19663 |
toilet |
achter:
Inins stòng \'r op en zag: \"het is huug ti-jd det ich noa achter goan\
achter (L360p Bree),
huisje:
hei̯skə (L360p Bree),
hēi̯skə (L360p Bree),
hiskə (L360p Bree),
Stinke wi-j einen hi-jskespöt
hi-jske (L360p Bree),
schijthuisje:
een ordinairder woord voor w.c. Het heeft te maken met het apart gelegen gebouwtje met een deur waarin een hartvormige opening als verluchtingsmiddel diende
sji-jthi-jske (L360p Bree)
|
het w.c. || w.c || w.c. || wc, toilet [N 05A (1964)]
III-2-1
|
21215 |
tolboom |
barrier (<fr.):
breer (L360p Bree)
|
de boom waarmee de weg kan worden afgesloten op de plaats waar men tol moet betalen [barrier, brier] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
17859 |
tollen |
ronddraaien:
rónddreje (L360p Bree),
ronddraaien wie een gek:
ronddrejje wi-j eine gek (L360p Bree)
|
Tollen: draaien als een tol (trijzelen, bollen). [N 84 (1981)] || Tollen: draaien als een tol (trijzelen, tollen, kokkerellen, (rond)draaien) [N 108 (2001)]
III-1-2
|
33594 |
tomaat |
tomaat:
temat (L360p Bree),
tomat (L360p Bree),
təmatə (L360p Bree)
|
[ZND 34 (1940)]tomaat || tomaten (pl) [Goossens 1b (1960)]
I-7
|
25267 |
ton, maat van 1000 liter |
mudde:
mèəd(e) (L360p Bree),
ton:
tón (L360p Bree)
|
de maat die een inhoud aangeeft van 1000 liter [wisse, zak, mud, vat, ton] [N 91 (1982)] || mud [ZND m]
III-4-4
|
19583 |
tondel |
werk:
afval van vlees
wɛrk (L360p Bree)
|
ontvlambaar materiaal in de tondeldoos [N 20 (zj)]
III-2-1
|
19542 |
tondeldoos |
tondelpot:
toͅndəlpoͅt (L360p Bree)
|
tondeldoos, koperen huls gevuld met licht ontvlambaar materiaal (tintelton, tinteldoos) [N 20 (zj)]
III-2-1
|
22658 |
toneelspel |
opvoering:
opvering (L360p Bree)
|
Een voorstelling door een toneelgroep [spel]. [N 90 (1982)]
III-3-2
|
17727 |
tonen |
laten kijken:
laote ki-jke (L360p Bree),
loate kijke (L360p Bree)
|
Tonen, laten zien (laten zien, tonen, togen) [N 108 (2001)] || tonen: Laten zien, tonen (togen). [N 84 (1981)]
III-1-1
|
17620 |
tong |
tong:
tóng (L360p Bree),
z`n tong is âângelaaien (L360p Bree)
|
tong [N 10b (1961)] || Zijn tong is aangeladen [ZND 32 (1939)]
III-1-1
|