e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Bree

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
tweeling tweeling: twileŋ (Bree), twīiliŋ (Bree) tweeling [ZND 08 (1925)], [ZND B1 (1940sq)] III-2-2
tweespeen tweedemer: twiǝdiǝmǝr (Bree) Koe die slechts uit twee spenen melk geeft. [N 3A, 66] I-11
twijg gors: gors (Bree) Vaak wordt in plaats van een zweep ook een twijg gebruikt om het paard aan te vuren. [JG 1a, 1b; monogr.] I-10
twijg, jonge tak rijs: ri-js (Bree), wis: Bree Wb.  wis (Bree) Een twijg, een jonge tak (bent, twijg, wis, sprik, tak, teen). [N 82 (1981)] || rijs, dus takje III-4-3
twintig frank twintig-frankstuk: ps. omgespeld volgens Frings.  2 twentex fraŋstēͅk (Bree) 20 franc, een ~ (wit metaal) [N 21 (1963)] III-3-1
u-vormige hoeve halfopen boerderij: hāu̯fyǝpǝ [boerderij] (Bree) De bebouwing ligt in hoefijzervorm; de binnenplaats is aan drie zijden gesloten door woonhuis, stallen en schuren. Enkele opgaven komen overeen met de algemene benaming voor de boerderij; ter plekke is dan de U-vormige bouw de algemeen gebruikelijke. Voor de fonetische documentatie van deze gevallen wordt verwezen naar het lemma "boerderij, algemeen" (1.1.1). Zie kaart 4, het Ten Geleide van deze aflevering en afbeelding 5. [N 4A, 3] I-6
ui, ajuin en: ijn (Bree), indj: i.əndš (Bree), iêndsj (Bree), inj: ienj (Bree, ... ), inje: inje (Bree), iənje (Bree), unne: einə (Bree) ajuin [ZND 01 (1922)] || ajuin (sg) [Goossens 1b (1960)] || een ajuin [ZND 43 (1943)], [ZND B2 (1940sq)] || ui I-7
uienpannenkoek ajuinenkoek: Syst. Frings mnl.  īndžəkōk (Bree), Syst. Wbk. van Bree  iêndzjekook (Bree) Pannekoek met in schijven gesneden uien (oojekook?) [N 16 (1962)] III-2-3
uier uier: ii̯.ǝr (Bree), ii̯ǝr (Bree, ... ), ēi̯ǝr (Bree), īǝr (Bree, ... ) [JG, 1b; A 30, 6e; L 49, 6e; N 8, 39a en 39b]De melkklier van de koe zoals zij zich uitwendig vertoont onder aan de buik. Op de kaart is het woordtype uier niet opgenomen. [JG 1a, 1b; Gwn V, 7; L 8, 24a; L 14, 27a; RND 127; S 38; Wi 51; monogr.] || Uier, alle tepels samen. [N 19, 19b; JG 1a, 1b] I-11, I-12, I-9
uil uil: i-jl (Bree), ìēël (Bree), ənən eil (Bree) uil [Willems (1885)], [ZND A2 (1940sq)] III-4-1