e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
gors bui, regenbui:   goers (Opglabbeek, ... ), goersh (Vlodrop), gus (Montzen), guss (Sint-Huibrechts-Lille, ... ), (korte).  gors (Meeuwen), (verkleinwoord: gursjke). Een f´rm górsj (= een fikse regenbui).  górsj (Uikhoven), grauwe gors:   geus (Haelen), goers(j) (Herten (bij Roermond), ... ), goersj (Herten (bij Roermond)), gors (Horst, ... ), gors, geus (Haelen), goͅrs (Kaulille), karnemelksepap met roggezemelen:   goersj (Mechelen-aan-de-Maas), meisje:   görs (Sittard), nogal denigrerend  gòrs (As, ... ), nogal denigrerend; cf. Weijnen Etym. Wb. s.v. "gor II"(rijnl. gering, armzalig) eng. "girl)  gòrs (Bree), plensbui, zware bui:   ein goersj (Roermond), en goers (Panningen), goers (Beesel, ... ), goersch (Maasniel), goos (Reuver), gōͅr (Boorsem), goͅrs (Bree), gūrš (Beringen), gàrs (Bree), górs (Gruitrode), ⁄n górs (Opglabbeek), bischt, regenguss  gusch (Eupen), een gors (v.)  ən gors (Opglabbeek), goers (vr.)  gŭrs (Peer), goersj (m.).  gur? (Achel), regenbuitje:   goers (Grathem), stok of twijg om een kind te straffen: (slaag geven met een goers = goersen; ook: wits cf. Genker Wb. s.v. "goers"= karwats  goers (Echt/Gebroek), znd 23, 60c;  goors (Opitter), gors (Kaulille, ... ), gòrs (Neerglabbeek, ... ), górs (Peer), znd 23, 60c; cf. Tuerlinckx s.v. "gor"= hevige stok- of zweepslag en s.v. ""gorren"= met eene stok, eene zweep enz. slaan; zie ook Rheinisches Wörterbuch s.v. "Gorschen"= mit einem Stocke schlagen; cf. Wb. v.h. dialect van Bree en omgeving s.v. "gòrs"1. karwats, zweep  goers (Kleine-Brogel), twijg:   gers (Overpelt), gors (Beek, ... ), goǝtš (Gulpen), gui̯rs (Wijshagen), gurs (Kaulille  [(ouder dan wes)]  , ... ), gǫrs (Peer), twijg, jonge tak:   gors (Meeuwen), gurs (Meeswijk) I-10, III-2-2, III-2-3, III-4-1, III-4-3, III-4-4