21665 |
verzetten |
verzetten:
ps. omgespeld volgens Frings.
hīəl wat vərzøtə (L360p Bree)
|
Betekenis en uitspraak van het werkwoord verzetten i.v.m. koop of verkoop? A.u.b. ook de uitspraak geven. [N 21 (1963)]
III-3-1
|
21806 |
verzoek |
verzoek:
verzeek (L360p Bree)
|
het vragen iets te willen doen, verzoek [bede] [N 85 (1981)]
III-3-1
|
18931 |
verzuimen |
nalaten:
noaloate (L360p Bree)
|
nalaten te doen wat men opgedragen gekregen heeft of wat men beloofd heeft [verzuimen, schrikken, fouten] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
23312 |
vespers |
vespers (<lat.):
vespers (L360p Bree)
|
De op grote feesten gehouden namiddagdienst waarin door het koor psalmen worden gezongen: de vespers, de vesper. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
18277 |
vest |
gilet (fr.):
Fr. gilet.
zjelee (L360p Bree),
giletje (<fr.):
zjeléke (L360p Bree),
vest:
vest (L360p Bree),
wal:
wâl (L360p Bree),
wambuisje:
wejməskə (L360p Bree),
wemmeske (L360p Bree),
weͅjmeskə (L360p Bree, ...
L360p Bree),
wɛ.məskə (L360p Bree)
|
de aarden wal rondom een stad of gracht [vesting, vest] [N 90 (1982)] || herenvest zonder mouwen met knopen [wes, west, weemeske, kolder, kamezool, zjielle, ziep, sentje [N 23 (1964)] || vest || vest (fr. gilet) [ZND 16 (1934)], [ZND B1 (1940sq)] || wit vest (manskledingstuk waarin het horloge gedragen wordt) [ZND m]
III-1-3, III-3-1
|
18533 |
vestzakje |
wambuismaaltje:
weͅjmesmēͅlkə (L360p Bree),
weͅjməsmeͅ:lke (L360p Bree)
|
vestzakje [ziepzekse, weemesteske, vestjestes] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
34054 |
vet te mesten stierkalf |
mestkalf:
møst[kalf] (L360p Bree),
mutten:
mø̜tǝ (L360p Bree)
|
Zie voor de fonetische documentatie van (kalf) het lemma ''kalf'' (3.1.1). [N 3A, 75a]
I-11
|
26469 |
vet, spek |
vet:
vęt (L360p Bree)
|
Het vet dat samen met hennep of stukken zak in de vetgaten van de bus wordt gestoken om de hals van het staakijzer of de kleine spil te smeren. [Vds 127; Jan 138; Coe 110; Grof 129]
II-3
|
30928 |
veter |
nestel:
nɛstǝl (L360p Bree),
rijstaartel:
riǝstartǝl (L360p Bree)
|
Koord of smal gevlochten band door de ogen van de schoenen geregen, om de kleppen naar elkaar toe te halen en te bevestigen. Het kan van leer of van een andere stof gemaakt zijn. Volgens de informant van P 219 is de staartel breder dan de nestel. [N 60, 27a; N 60, 27b; L 5, 14; Wi]
II-10
|
19766 |
vetkaars |
roetkaars:
rootkars (L360p Bree)
|
vetkaars
III-2-1
|