e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Bree

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vrouwenkant vrouwluikant: vruili-jkant (Bree) De rechterhelft van de kerk, het gedeelte rechts van het middenpad, dat bestemd was voor de vrouwen [epistelkant, vrouwenkant, vrouwliekant?]. [N 96A (1989)] III-3-3
vrouwenkleren vrouwenkleren: vrøywəklēͅiər (Bree), vrouwluikleren: vruili-j kleijer (Bree), vrø(ə)li kleiər (Bree) vrouwenkleren [t vrouwendinge, de schörte] [N 23 (1964)] III-1-3
vrouwenklomp fletsertje: flɛtsǝrkǝ (Bree) Klomp met een binnenlengte van 24 tot 26.5 centimeter. Zie ook afb. 258. De trippenklomp uit Meeswijk (L 424) was een lichte vrouwenklomp, versierd met uitgesneden bloempjes. Dit soort klompen werden tot ongeveer 1920 in huis en op weg naar de kerk gedragen. [N 97, 136; N 24, add.; Bakeman 8; monogr.] II-12
vrouwenondergoed vrouwluiondergoed: vrueli-j óndergood (Bree) Vrouwenondergoed [ook: lingerie, linergie?] [N 114 (2002)] III-1-3
vrouwenonderhemd? hemd: hemə (Bree), himme (Bree), hème (Bree), lijfje: léjfke (Bree), vrouwenhemd: vruiwehimme (Bree), vrouwluihemd: vruiliejhimme (Bree) onderhemd voor vrouwen [N 25 (1964)] III-1-3
vrouwziek vrouwliegek: vruulè-gek (Bree), vrouwliezot: vruulè-zot (Bree) vrouwziek [keeterig] [N 10C (zj)] III-2-2
vrucht zetten spelen: spiêle (Bree), spenen: Bree Wb.  spiêne (Bree) Vruchten vormen, vrucht zetten (spenen, laden). [N 82 (1981)] || vruchtzetten III-4-3
vruchtbare grond goede: gōi̯ǝ (Bree) Grond van een dergelijke samenstelling dat de groei van de geteelde gewassen er gunstig door wordt be√Ønvloed en die gunstig reageert na bemesting. Goede grond die geschikt is voor de teelt. [N 27, 28; N 27, 29; N 27, 30] I-8
vruchtvlies helm: helm (Bree) Vlies waarin het ongeboren kind zich bevindt (helm). [N 115 (2003)] III-2-2
vuil waterx mooswater: mosswater (Bree), vuil water: vûl water (Bree) vuil water [mooswater, getwater] [N 81 (1980)] III-4-4