e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Bree

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zak in de onderrok maal: māl (Bree) zak in de onderrok [rokketes, moederkenszak] [N 24 (1964)] III-1-3
zak in kledingstuk maal: maal (Bree, ... ), mal (Bree), tas: Thans wordt maal meer gebruikt.  tes (Bree) een zak (in een broek enz.) [ZND B1 (1940sq)] || jas- of broekzak || tas, zak || Zak in een kledingstuk [zak, tes, maal] [N 114 (2002)] III-1-3
zak op een schort maal: māl (Bree), moal (Bree) zak op een schort [pooier] [N 24 (1964)] III-1-3
zakdoek maalplag: ma:lplak (Bree), maalplagk (Bree, ... ), malplak (Bree), mālplāk (Bree), ss. sub plagk.  maalplagk (Bree) zakdoek || zakdoek (fr. mouchoir) [ZND B1 (1940sq)] || zakdoek [zakneusdoek, tesneuzik, plak, sjnoefsplak, sjnuutelsplak, seplak, sjnekker] [N 23 (1964)] III-1-3
zakdoek: pochette pochetje (<fr.): Fr. pochette; z.o. stifferke, stoeferke.  posjötsje (Bree), pronkmaaltje: syn. posjötsje.  prònkmèèlke (Bree), stoefertje: syn. stifferke. [Van Dale: stoefer -&gt; stoefzakdoek, &lt;gew.&gt; pochet]  stoeferke (Bree), z.o. stoeferke en posjötsje. [Van Dale: stoefer -&gt; stoefzakdoek, &lt;gew.&gt; pochet]  stifferke (Bree) lefdoekje || lefdoekje, pochette || pronktasje op de voorkant van een jas III-1-3
zakgeld pree: pree (Bree), pree (<fr.): ps. omgespeld volgens Frings.  prē (Bree), zakgeld: zakgeldsj (Bree, ... ), zondagscenten: zonnigscente (Bree), zónmigscente (Bree), zondagsgeld: soondichsgeltsj (Bree), ps. omgespeld volgens Frings.  sōndexsgeltš (Bree) zakgeld (traktement, pree?) [N 21 (1963)] || zakgeld [traktement, pree?] [N 21 (1963)] III-2-2, III-3-1
zakhorloge raap: reeb (Bree), [raap]  reeb (Bree), zakhorloge: zakgeleezjie (Bree), zakherluzjie (Bree) ronde zakhorloge || uurwerk dat men aan een ketting in het vestzakje of de broekzak draagt [knol, raap] [N 86 (1981)] || Zakhorloge. Uurwerk dat men aan een ketting in het vestzakje of de broekzak draagt [uur, knol, raap] [N 114 (2002)] III-1-3
zaklamp pillamp: pillamp (Bree), pitslamp: pitslamp (Bree) zaklamp III-2-1
zalig zalig: zalig (Bree) Zalig, gelukzalig [zaalig, zaolig, zeelig]. [N 96D (1989)] III-3-3
zaliger gedachtenis ... zaliger: zaliger (Bree) Zaliger gedachtenis (vader/moeder/..). [N 96D (1989)] III-3-3