| 20039 |
zinnia (zinnia elegans jacq.) |
zinnia:
Bree Wb.
zinnia (L360p Bree)
|
Zinnia (zinnia elegans). Gave, ongesteelde bladeren met kromme nerven. De bloemstelen zijn aan hun top opgezwollen. De bloemkorfjes zijn gevuld of enkel, met zeer brede lintbloemen van allerlei kleur (zinnia, zonneke, boerinnek, trapdeslevens). [N 92 (1982)]
III-2-1
|
| 19680 |
zitbank |
bank:
baŋk (L360p Bree)
|
op het eind van de bank [ZND 34 (1940)]
III-2-1
|
| 34083 |
zitbeenderen |
banden:
bɛnj (L360p Bree),
zitschink:
zetšeŋk (L360p Bree)
|
Onderdeel van het beenderenstelsel aan het achtereinde van de rug. [N 3A, 110c]
I-11
|
| 18198 |
zitvlak van een broek |
bodem:
byjəm (L360p Bree),
boksenbodem:
bóksebujem (L360p Bree),
kruis:
krējs (L360p Bree)
|
zitvlak, kruis, bodem van de broek [boksebaom, zolder, zuur schrej, kont, wan] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
| 21572 |
zo arm als ... |
zo arm als een luis:
hè is zuu erm es ein luis (L360p Bree),
zo arm als job:
zoe erm as jop (L360p Bree)
|
Hij is zo arm als... (uitdrukkingen). [ZND 32 (1939)]
III-3-1
|
| 19240 |
zo eenvoudig als ... |
zo eenvoudig als twee en twee vier is:
zoe invoudig es twie en twie veer is (L360p Bree),
zo simpel als het maar zijn kan:
zoe simpel est maar zeen kan (L360p Bree),
zo simpel als twee en twee vier is:
zoe simpel es twie en twie veer is (L360p Bree)
|
Zo eenvoudig als - (zeg in het dialect en vul aan; geef de verschillende uitdrukkingen die hiervoor bestaan) [ZND 23 (1937)]
III-1-4
|
| 33721 |
zoden afsteken |
steken:
stē̜kǝ (L360p Bree),
vlikken:
vlekǝ (L360p Bree)
|
Een object russen, vlaggen, zoden enzovoorts is niet gedocumenteerd. [N 14, 78; N 27, 39g; N 18, add.; JG 1b]
I-8
|
| 20828 |
zoethout |
klishout:
klishuit (L360p Bree),
zoethout:
zethoͅu̯t (L360p Bree)
|
kalissehout en verdikte staven van zwarte drop || zoethout [ZND B1 (1940sq)]
III-2-3
|
| 20283 |
zogen, voeden (overg.) |
de mem geven:
de mem gève (L360p Bree, ...
L360p Bree),
zelf houden:
keindsj zelf kauwe (L360p Bree)
|
borstvoeding geven: Een kind aan de borst voeden (minnen, de mem geven, houden). [N 115 (2003)], [N 84 (1981)]
III-2-2
|
| 19719 |
zolder |
zolder:
zoͅldər (L360p Bree),
zòldər (L360p Bree)
|
zolder [ZND 27 (1938)]
III-2-1
|