e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Broekhuizen

Overzicht

Gevonden: 1136
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
droog weer droog: drûûch (Broekhuizen) droog [RND] III-4-4
druk heen en weer lopen rennen: renne (Broekhuizen), vliegen: vleege (Broekhuizen) lopen: bedrijvig heen en weer lopen [rettereere, rondriddere] [N 10 (1961)] III-1-2
druppel drup: ennen druup (Broekhuizen), drupje: en drupke (Broekhuizen), druppel: ennen dröppel (Broekhuizen) druppel water [dröp, dröppel] [N 07 (1961)] III-4-4
dubbel gezwad dobbel gezwad: dǫbǝl [gezwad] (Broekhuizen) De dubbele reep gras die ontstaat als men eenmaal heen maait, omdraait, en vlak daarnaast weer eenmaal terug over het veld maait, zodat er twee regels gemaaid gras tegen elkaar aan komen liggen. Zie voor de fonetische documentatie van de woorden tussen vierkante haken het lemma ''gezwad, regel gemaaid gras''. [N 14, 94] I-3
duim duim: doem (Broekhuizen, ... ), dŏĕm (Broekhuizen) duim [N 10 (1961)] III-1-1
duimeling duimeling: duumeling (Broekhuizen) hoesje of deel van handschoen dat ter beschermin van een gekwetste vinger wordt geschoven en aan de pols wordt vastgemaakt [sluif, sleuf, duimeling] [N 23 (1964)] III-1-3
duizelig dol: dol (Broekhuizen), dól (Broekhuizen), heej wört dōl (Broekhuizen), zôê wùrd hae döl (Broekhuizen), duizelig: duuzelig (Broekhuizen), duuzelig zien (Broekhuizen), heej wört duuzelig (Broekhuizen), zôê wùrd hae duui̯zelig (Broekhuizen) dol worden, iemand die lang heeft of is rondgedraaid [N 07 (1961)] || duizelig [locht, deuzig, duizig, dol, zat] [N 10a (1961)] || duizelig worden, iemand die een harde slag op zijn hoofd heeft gekregen [N 07 (1961)] || duizelig zijn [DC 60 (1985)] III-1-2
duizeling, duizeligheid duizeligheid: duuzeligheid (Broekhuizen) duizeligheid [DC 60 (1985)] III-1-2
dun sneetje brood dunne snede: Syst. WBD  dun sni-j (Broekhuizen) Welke woorden kent Uw dialect voor: een dun schijfje of sneetje brood of vlees? (vlitske, fliesterke, fluusterke?) [N 16 (1962)] III-2-3
dunne sjaal sjaal: sjaal (Broekhuizen) sjaal, dunne ~ [N 23 (1964)] III-1-3