e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Broekhuizen

Overzicht

Gevonden: 1136
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
karnemelk botermelk: botǝrmęlǝk (Broekhuizen), botǝrmɛlk (Broekhuizen) De voeistof die van de room overblijft als de boter gemaakt is. Op de kaart is het woordtype botermelk niet opgenomen. [L 1u, 103; L 27, 30; JG 1a, 1b; R 3, 49 en 71; S 17; S 23 add.; A 7, 16; RND 100; Gwn 10, 3; Vld.; monogr.] I-11
karnemelksepap botermelk: Syst. WBD  bŏtermelk (Broekhuizen) Karnemelksepap (mölkepap, mölkezuip, zuipe?) [N 16 (1962)] III-2-3
karrenspoor karspoor: karspoor (Broekhuizen) Een niet-verharde weg met geulen die zijn ontstaan door het uitschuren van karwielen. [A 21, 2a; A 21, 2b; N 18, 40; monogr.] I-8
keel, strot keel: kɛ.əl (Broekhuizen) strot [RND] III-1-1
keelgat keelgat: kaelgat (Broekhuizen), kēlgat (Broekhuizen), këlgat (Broekhuizen), slokgat: slòòkgat (Broekhuizen) keelgat [kelschat, rieper] [N 10 (1961)] III-1-1
keelpijn keelpijn: kɛ:lpin (Broekhuizen) keelpijn [RND] III-1-2
keerstrook, wendakker vooreind: vøręnt (Broekhuizen), de volgende opgaven zijn meervoud - voor het eerste lid zie men hierboven  [voor]ęndǝ (Broekhuizen) Een keerstrook of wendakker is de strook grond aan het uiteinde van een akker waar de ploeg gekeerd wordt. Deze strook ligt dwars op de voren van het groot geploegd middendeel. Als men aan het voor- en achtereinde van de akker niet op een belendend perceel of op een (veld)weg kan keren, heeft men twee keerstroken nodig. De keerstrook werd oorspronkelijk onbebouwd gelaten, later werd ook zij geploegd. Een aantal benamingen kunnen ook gebruikt worden voor een strook grond in het algemeen; soms wordt er op gewezen dat men via de keerstrook toegang tot het perceel heeft. De strook is breder dan normaal als zij in de lengterichting aan een afrastering of haag grenst. [N 11, 50a; N 11A, 125b; JG 1a + 1b + 1c; JG 2b + 2c; A 18, 2; A 33, 3 + 4 + 5; L B2, 246; L 34, 47; monogr.] I-1
kegels (mv.) kegels: mitə kɛgəls wörtər nimɛr gəspølt (Broekhuizen) met de kegels wordt er niet meer gespeeld [RND] III-3-2
kelder kelder: keͅldər (Broekhuizen) kelder [RND] III-2-1
kennen kennen: kenne (Broekhuizen) kennen (geen context) [DC 37 (1964)] III-1-4