21269 |
rijkdom |
rijkdom:
rikdom (L247p Broekhuizen)
|
rijkdom [RND]
III-3-1
|
20816 |
rijp |
rijp:
rĭĕp (L247p Broekhuizen)
|
rijp [RND]
III-2-3
|
20603 |
rijstebrij |
rijstepap:
Syst. WBD
riestepap (L247p Broekhuizen)
|
Rijstebrij (pötjesbulling?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
20737 |
rijstevlaai |
rijstevlaai:
Syst. WBD
riesteflaai (L247p Broekhuizen)
|
Vla bedekt met spijs van rijst [N 16 (1962)]
III-2-3
|
33084 |
rijzen, uit de aren vallen |
rijzen:
ręi̯zǝ(n) (L247p Broekhuizen)
|
Het uit de aren vallen van de graankorrels, wanneer het graan goed droog is en op de wagen getast wordt. ''tasser op de wagen'' (5.1.5). In L 286 en 288 voegt men toe dat dergelijk koren rijskoren (riskōrǝ) wordt genoemd. De laatste drie uitdrukkingen betekenen zoveel als: "het koren is zo droog dat de korrels uit de aren vallen". Naar de fonetische verschijningsvorm zouden de uitdrukkingen (het is) rijs echter ook persoonsvormen van het werkwoord rijzen kunnen zijn.' [N 15, 53; JG 1a, 1b, 2c; L 32, 41; monogr.]
I-4
|
18058 |
rochelen |
rochelen:
rochele (L247p Broekhuizen, ...
L247p Broekhuizen)
|
rochelen [klieke, kwalsteren, kwaaieren] [N 10a (1961)]
III-1-2
|
34219 |
roep- en lokwoord voor het kalf |
muk, muk, muk:
møk møk møk (L247p Broekhuizen)
|
Met kan een kalf roepen met de algemene benamingen kalf, kalfje, muk enzovoorts, met eigennamen als Liesje, met klanknabootsingen of eventueel met het rammelen van melkemmers. [N C, 17; VC 14, 2b (r]
I-11
|
34377 |
roep- en lokwoord voor het varken |
kuus, kuus:
kus, kus (L247p Broekhuizen)
|
In plaats van kuus roepen klakt men ook wel met de tong. [N 19, 11a; VC 14, 2c (r]
I-12
|
33841 |
roepen van de hengst naar de aankomende merrie |
schuifelen:
sxȳfǝlǝ (L247p Broekhuizen)
|
Bij het naderen van de hengst joechelt (juicht) de merrie naar de hengst, die deze roep op zijn beurt beantwoordt met onder meer te rauwen, hummelen, joechelen e.d. In dit lemma zijn ook de enkele antwoorden uit vraag N 8A, 1c (zachtjes hinniken van de merrie tegen het veulen) ondergebracht, omdat zij enkel in dit kader passen; de gestelde vraag leverde geen enkele specifieke term op. [N 8, 47; N 8A, 1b en 1c]
I-9
|
24236 |
roerdomp |
maartsveulen:
marts vulle (L247p Broekhuizen),
zoor-lammetje:
De Zoar"is ook de naam van een boerderij
zoarlemke (L247p Broekhuizen)
|
roerdomp (76 bruingestreepte, geheimzinnige rietvogel die in het voorjaar een ver hoorbaar geluid laat horen [ehh-hóémmmmm], lijkend op loeien van een koe of geluid van een misthoorn; er is nog een kleine soort die blaft als een hondje [N 09 (1961)]
III-4-1
|