| 21086 |
schimmel |
schimmel:
sxømǝl (L247p Broekhuizen),
vosschimmel:
vǫssxømǝl (L247p Broekhuizen)
|
Paard met een geheel of overheersend witte of grijsachtige vacht. Naarmate de leeftijd vordert, neemt het wit toe; schimmels worden niet geboren, ze ontstaan mettertijd. De vosschimmel is wit met rode of bruinachtige vlekken. [JG 1a, 1b; N 8, 63a en 63b; S 31]
I-9
|
| 21244 |
schip |
schip:
sxip (L247p Broekhuizen)
|
schip [RND]
III-3-1
|
| 21248 |
schipper |
schipper:
sxipər (L247p Broekhuizen)
|
schipper [RND]
III-3-1
|
| 32855 |
schitbossen |
schijtbossen:
sxīt˱bø̜s (L247p Broekhuizen)
|
Bossen van welig opschietend gras in de weide, op plaatsen waar koedrek heeft gelegen. De koeien laten deze bossen vaak staan; ze worden dan later in het seizoen afgemaaid. Overal is het meervoud opgenomen; behalve waar uitdrukkelijk anderszins aangegeven. [N 14, 85; N 14, 123 add.; monogr.]
I-3
|
| 19919 |
schoffel |
schoffel:
sxufǝl (L247p Broekhuizen)
|
Gereedschap om onkruid af te snijden en om de grond los te maken. Het bestaat uit een soort mes dat met behulp van een lange steel door de grond geschoven wordt. [N 18, 18a en 48; JG 1a, 1b; A 47, 11a; monogr.; add. uit N 15, 6; N 18, 4 en 50; GV, K7]
I-5
|
| 33302 |
schoffelen, wieden met de schoffel |
schoffelen:
sxufǝlǝ(n) (L247p Broekhuizen)
|
Met een schoffel de bovengrond tussen de plant(rijen) van een gewas zodanig bewerken dat de korstige bovenlaag verkruimeld en het onkruid afgestoken wordt. Het woord schoffelen kan niet alleen in absolute zin gebruikt worden, maar laat zich ook verbinden met een object. Dat kan de te bewerken grond zijn (akker, tuin, enz.) maar ook het te verzorgen gewas dat op die grond staat (bijv. de bieten), en ook het onkruid. [N 15, 6; JG 1a, 1b; monogr.; add. uit A 47, 11a]
I-5
|
| 17964 |
schokschouderen |
de schouders optrekken:
de schowwers optrekke (L247p Broekhuizen),
schouers optrekke (L247p Broekhuizen)
|
schouders ophalen [schokschoere] [N 10 (1961)]
III-1-2
|
| 21277 |
school |
school:
sxuəl (L247p Broekhuizen)
|
school [RND]
III-3-1
|
| 21286 |
schoolkinderen |
schoolkinderen:
sxuəlkindər (L247p Broekhuizen)
|
schoolkinderen [RND]
III-3-1
|
| 26762 |
schop om vlikken of heiturf te steken |
vlaggenschup:
vlagǝsxøp (L247p Broekhuizen)
|
Schop met twee opstaande randen of vleugels aan de zijkant. Het blad is meestal hartvormig. [N 18, 13; I, 39; monogr.]
II-4
|