22343 |
uitsliepen |
uitsliepen:
iemand ùùtsliei̯pe (L247p Broekhuizen),
uutsliepe (L247p Broekhuizen)
|
uitsliepen [sliep oet doon] [N 07 (1961)]
III-3-2
|
34061 |
vaars |
beest:
bɛst (L247p Broekhuizen)
|
Jonge koe van ongeveer twee jaar die nog geen kalf heeft gehad of voor de eerste maal kalft. [JG 1a, 1b; A 2, 38; A 4, 11; Gwn V, 6; L 8, 27; L 20, 11; R 3, 37; S 38 en 49; Wi 16; monogr.; add. uit N 3A, 20]
I-11
|
28963 |
vademen |
(de/een) naald(e) vamen:
ǝn nǫlt vē̜mǝ (L247p Broekhuizen),
door de naald doen:
dør dǝ nolt dōǝn (L247p Broekhuizen)
|
Een draad door het oog van een naald halen. In dit lemma zijn de objecten draad, garen, draad garen, vaam, vaam garen niet gedocumenteerd. [N 59, 68; N 62, 10; L 8, 29; L B1, 76; MW; monogr.]
II-7
|
34297 |
varken |
varken:
vęrkǝ (L247p Broekhuizen)
|
Bedoeld wordt een varken in het algemeen, niet geslachtelijk of naar leeftijd onderscheiden. [N 19, 1; N M, 7; N C; N C, add.; RND 46 en 84; L 8, 19; L 8, 32; L mon.; S 39; JG 1a, 1b, 2c add.; R (s]
I-12
|
18427 |
vaste boord |
kraag:
kraag (L247p Broekhuizen)
|
kraag, vaste halsboord van een overhemd [N 23 (1964)]
III-1-3
|
22648 |
vastenavond |
vastenavond:
vasənoͅvənt (L247p Broekhuizen)
|
vastenavond [RND]
III-3-2
|
21284 |
vechten |
vechten:
fɛ.xtə (L247p Broekhuizen)
|
Hij deed geheel de wereld vechten. [RND]
III-3-1
|
34266 |
vee |
beesten:
biǝstǝ (L247p Broekhuizen)
|
Alle huisdieren samen: paarden, runderen en kleinvee. Vergelijk het lemma ''veestapel'' (13.12) in deze aflevering. [A 11, 4; JG 1a; RND 4, 31; RND 7, 31; RND 8, 31; RND 10, 31; Wi 52; N C, add.; Vld.; monogr.]
I-11
|
20503 |
veel drinken |
zuipen:
zoepe (L247p Broekhuizen)
|
zuipen [DC 35 (1963)]
III-2-3
|
18547 |
veel te wijde broek |
flodderboks:
flodderboks (L247p Broekhuizen)
|
broek, veel te wijde ~ [flodderboks] [N 23 (1964)]
III-1-3
|