e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Broeksittard

Overzicht

Gevonden: 1132
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
dobber dobber: dobber (Broeksittard) dobber [SGV (1914)] III-3-2
doek doek: dook (Broeksittard) doek [SGV (1914)] III-1-3
doffer, mannelijke duif hoorn: haore (Broeksittard) mannetjesduif [SGV (1914)] III-4-1
dolle kervel dolle kervel: dǫlǝ kervǝl (Broeksittard) Chaerophyllum temulum L. Een vrij algemeen voorkomend -naar men aanneemt: giftig- onkruid aan bosranden, akkerkanten en beschaduwde wegbermen met een behaarde, roodgevlekte stengel, witte bloempjes in schermen en veervormig, ingesneden donkergroen blad. Het bloeit van mei tot juli en de lente varieert van 60 tot 120 cm. [A 60A, 16; L 1, a-m; L 6, 35; L 15, 8; S 7; monogr.] I-5
donker, duisterx duister: duuster (Broeksittard) donker [donkel, duuster, domp] [N 06 (1960)] III-4-4
doof doof: douf (Broeksittard) doof [SGV (1914)] III-1-1
doop doop: doup (Broeksittard) doop [SGV (1914)] III-3-3
doopvont doopvont: doupvondj (Broeksittard) doopvont [SGV (1914)] III-3-3
door elkaar, verward dooreen: doorein (Broeksittard) dooreen [SGV (1914)] III-4-4
dopen dopen: duipen (Broeksittard) doopen [SGV (1914)] III-3-3