e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Broeksittard

Overzicht

Gevonden: 1132
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
mattenklopper mattenklopper: matəkloͅpər (Broeksittard) mattenklopper [DC 15 (1947)] III-2-1
mazelen mazelen: mazele (Broeksittard) mazelen [SGV (1914)] III-1-2
meerderjarig mondig: mungjig (Broeksittard) mondig [SGV (1914)] III-2-2
meester meester: meister (Broeksittard) meester [SGV (1914)] III-3-1
meid, dienstmeid dienstbode: dēnstbōi̯ (Broeksittard), maagd: māt (Broeksittard) Meid is een noordelijke vorm, een samentrekking uit maged, maagd. Kok en keukense slaan op de keukenmeid. Dienstbode is een expansie uit de (Noord-)Nederlandse standaardtaal. [L 1, a-m; L 1u, 156; L 38, 10; RND 118; R 12, 30; S 6 en 23; Wi 6; monogr.] I-6
meikever kreverik: kreverik (Broeksittard), krèverik (Broeksittard) meikever [SGV (1914)] || meikever, algemeen [DC 18 (1950)] III-4-2
meisje meidje: maedje (Broeksittard) meisje [SGV (1914)] III-2-2
melk zeven zijen: zii̯ǝ (Broeksittard) De melk door een doek, zeef of filter laten vloeien om de melk te zuiveren van onbruikbare of verontreinigende stoffen of bestanddelen. [S 46; Wi 30; monogr.; add. uit N 12, L 324] I-11
melkzeef zij: ziǝ (Broeksittard) Voorwerp waarmee men melk zeeft. Het is een soort vergiet met als bodem een doek. De melk wordt uit de melkemmer via deze melkzeef in de melkbus gegoten. Hierdoor blijven grove verontreinigingen achter. Zie afbeelding 11. [A 18, 11a; L 48, 35.Ia; Lu 2, 35.Ia; Gwn 8, 6; JG 1d; monogr.] I-11
merel melder: maelder (Broeksittard) merel [SGV (1914)] III-4-1