e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q035p plaats=Brunssum

Overzicht

Gevonden: 4619
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
framboos framboos: mv: -ze  framboaze (Brunssum) [DC 13 (1945)] I-7
franje franjel: fraanjel (Brunssum, ... ), frānjǝl (Brunssum) franje [SGV (1914)] || Randversiering bestaande uit een boordsel met een reeks afhangende draden, meestal in bundels of kwasten bijeengehouden. [N 62, 59; MW; S 9; monogr.] II-7, III-1-3
fris weer kouwelijk: kèjəlik (Brunssum) tamelijk koud, gezegd van het weer [koutig] [N 81 (1980)] III-4-4
frisdrankenhuisje melkhuisje: melkhȳskǝ (Brunssum  [(Emma / Hendrik / Wilhelmina)]   [Wilhelmina]) Gebouwtje waar melk, limonade, haringen, sigaretten, sprits en pruimtabak te koop zijn. [N 95, 6 add.; N 95A, 15] II-5
fronsen fronselen: frōēnsjələ (Brunssum), rimpelen: rumpulu (Brunssum) Fronsen: tot rimpels samentrekken, gezegd van wenkbrauwen en voorhoofd (fronsen, zich fronsen, fronselen, rimpelen). [N 84 (1981)] III-1-1
fruit eten snageren: sjnàà⁄gərə (Brunssum) fruit eten; Hoe noemt U: (Veel, onrijp) fruit eten (groezen, snaaien, snatsen, snoeien) [N 80 (1980)] III-2-3
fruiten bakken: bakken (Brunssum) fruiten; Hoe noemt U: Vlees of uien bruin braden (fruiten, fritten) [N 80 (1980)] III-2-3
fruitworm fruitworm: freut-worm (Brunssum) worm die in een appel huist [pieremenneke] [N 26 (1964)] III-4-2
fuut fuut: fuut (Brunssum) fuut (vogel) [SGV (1914)] III-4-1
gaan gaan: goa (Brunssum), B.v. ver gao ee bietje lope.  gao (Brunssum) gaan [SGV (1914)] || lopen, gaan; inventarisatie uitdrukkingen; betekenis/uitspraak [N 10 (1961)] III-1-2