e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q035p plaats=Brunssum

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
jongensblouse blazer (eng.): bleezer (Brunssum), bloes: bloes (Brunssum), blouse (Brunssum) jongensblouse, ruime bovenkledingstuk met band of elastiek in de taille [N 23 (1964)] III-1-3
jongenshemd? lijfje: liefke (Brunssum) Onderhemd voor jongens. Hoe noemt men in uw dialect het hemd dat onder de bovenkleding wordt gedragen, direct op het lichaam: van jongens? [DC 62 (1987)] III-1-3
jongensonderbroek? onderbroek: ongerbrook (Brunssum) Onderbroek voor jongens. [DC 62 (1987)] III-1-3
jongensondergoed? ondergoed voor jongens: ongergood veur jonge (Brunssum) Ondergoed voor jongens. [DC 62 (1987)] III-1-3
jongste kind benjamin: benjamin (Brunssum), moelgeschraps: voor het jongste kind - een nakomertje: -; dit is het samengeschraapte deeg uit de deegtrog  moljgəzraps (Brunssum) Andere benaming van: wordt deze naam ook gebruikt voor het jongste kind (dat soms ook het zwakste is) van een groot gezin? [DC 25 (1954)] III-2-2
jongste knecht, manusje van alles bijloop: biǝlø̄p (Brunssum) Hulpje op de boerderij. In dit lemma is alleen datgene opgenomen wat nog niet in de lemma''s "knecht, algemeen" (1.3.12) of "koehoeder" (1.3.14) is behandeld. Vaak echter wordt de koejongen ook voor allerlei kleinere karweitjes op en om de boerderij ingezet. Onder klooier wordt een varkenshoeder verstaan. Een aanspender (afgeleid van ''aanspannen'') is een beginneling, die pas van school komt. Voor de fonetische documentatie van het woord (knecht) zie het lemma "knecht, algemeen" (1.3.12). [N M, 1c; monogr.] I-6
jood jood: juud (Brunssum, ... ) jood [SGV (1914)] III-3-1, III-3-3
judas judas: Judas (Brunssum) Judas [SGV (1914)] III-3-3
judaspenning judaspenning: WLD  judaspenning (Brunssum) Judaspenning (lunaria biënnis). sierplant met grote bladeren en meestal donker roodpaarse, zelden witte, bloemen. De onderste bladeren en die van de rozet zijn diep ingesneden bij de steel en spits aan de top, de bovenste haast ongesteeld. De plant wordt [N 92 (1982)] III-4-3
juffrouw juffrouw: juffrouw (Brunssum), jungfer (du.): Van Dale (DN): Jungfer, 1. (vero.) juf(fer), juffrouw; - 2. (pej.) jongedochter, oude vrijster.  jomfer (Brunssum) hoe spreekt u een ongetrouwde vrouw aan? [juffer, juffrouw, juf, uffrouw] [N 87 (1981)] || juffer [SGV (1914)] III-3-1