17854 |
uitglijden |
uitlitsen:
oetlitsje (Q035p Brunssum),
uitschampen:
oetsjampe (Q035p Brunssum)
|
uitglijden [ötschampe, uitslibbere, uitschuive] [N 10 (1961)]
III-1-2
|
21386 |
uithoren |
uithoren:
oetheurn (Q035p Brunssum),
uitvissen:
oetvušje (Q035p Brunssum)
|
door vragen van iemand proberen te weten te komen wat hij voelt, uithoren [horken, funteren, tintelen, uithoren, uithorken] [N 87 (1981)] || uitvorschen [SGV (1914)]
III-3-1
|
21391 |
uitleggen |
uitleggen:
Eng i
oetligge (Q035p Brunssum),
verduitsen:
vərdŭŭtsjə (Q035p Brunssum),
vərdŭŭt⁄sjə (Q035p Brunssum)
|
duidelijk maken, uitleggen [uitduiden, uitbeduiden] [N 85 (1981)] || het verklaren, uitleggen [uitleg, bedied, bedietsel] [N 85 (1981)] || verklaren [SGV (1914)]
III-3-1
|
18311 |
uitneembaar frontje |
frontje:
fröntje (Q035p Brunssum),
inzetseltje:
moeilijk leesbaar
iselske (Q035p Brunssum)
|
frontje, uitneembaar ~ in de hals van een jurk [vestje, plastron] [N 24 (1964)]
III-1-3
|
21452 |
uitnodigen |
uitnoden:
oetnuŭ (Q035p Brunssum)
|
iemand verzoeken bij iemand op bezoek te komen, een feest bij te wonen etc. [verzoeken, noden, bidden, uitnoden, kwelen] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
34187 |
uitpersen van de baarmoeder, prolapsus uteri |
de dracht zien:
dǝ draxt zin (Q035p Brunssum)
|
Het uitzakken van de baarmoeder veroorzaakt door de naweeën of door het gewicht van de vruchtvliezen. In tegenstelling tot een prolapsus vaginae doet zich de prolapsus uteri altijd voor na een baring. [N 52, 4; A 48A, 8; N 3A, 97; N 52, 30a; monogr.]
I-11
|
21445 |
uitschelden |
schelden:
sjéllə (Q035p Brunssum),
šjelje (Q035p Brunssum, ...
Q035p Brunssum),
soms
šjejje (Q035p Brunssum, ...
Q035p Brunssum),
uitschelden:
oetschĕlju (Q035p Brunssum)
|
iemand smadelijke, honende woorden naar het hoofd werpen [uitkeken, uitjouwen, uitjuiwen, bellen, uitklappen, uitgodverren,uitschelden, uitsliepen [N 85 (1981)], [N 85 (1981)] || schelden [SGV (1914)]
III-3-1
|
18108 |
uitslag onder de neus |
uitslag:
oetschlaag (Q035p Brunssum),
ōētsjlààch (Q035p Brunssum)
|
Uitslag, zweren onder de neus (futsel, logistgast). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
34349 |
uitslag vertonend |
brandig:
brɛnjex (Q035p Brunssum)
|
Gezegd van een varken dat lijdt aan de vlekziekte. [N 19, 27b]
I-12
|
22343 |
uitsliepen |
uitsliepen:
ee‧mes oetsjlie‧pe (Q035p Brunssum)
|
uitsliepen [sliep oet doon] [N 07 (1961)]
III-3-2
|