22648 |
vastenavond |
vastelavond:
Vasteloavend (Q035p Brunssum),
vastəloͅ.vənt (Q035p Brunssum)
|
vastenavond [RND] || Vastenavond [SGV (1914)]
III-3-2
|
23332 |
vastendag |
vasteldag:
D
Vesteldaag (Q035p Brunssum),
vastendag:
vastendaag (Q035p Brunssum)
|
vastendag [SGV (1914)]
III-3-3
|
23331 |
vastentijd |
vasten:
vaste (Q035p Brunssum)
|
vasten [SGV (1914)]
III-3-3
|
28055 |
vastlopen |
vastlopen:
vaslōpǝ (Q035p Brunssum
[(Emma / Hendrik / Wilhelmina)]
[Emma, Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV])
|
Vastlopen, gezegd van de luchthamer. [N 95, 819]
II-5
|
25255 |
vat, maat van 30 liter |
vat:
vaat beer (Q035p Brunssum)
|
de maat die een inhoud aangeeft van ± 30 liter [vat] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
21284 |
vechten |
zich houwen:
hŏŭwu (Q035p Brunssum),
zich hòwwə (Q035p Brunssum)
|
ruzie maken en daarbij gebruik maken van handen, armen en benen [kempen, kebberen, vechten] [N 85 (1981)]
III-3-1
|
34266 |
vee |
dieren:
dērǝ (Q035p Brunssum)
|
Alle huisdieren samen: paarden, runderen en kleinvee. Vergelijk het lemma ''veestapel'' (13.12) in deze aflevering. [A 11, 4; JG 1a; RND 4, 31; RND 7, 31; RND 8, 31; RND 10, 31; Wi 52; N C, add.; Vld.; monogr.]
I-11
|
34269 |
vee fokken |
aantrekken:
ātrɛkǝ (Q035p Brunssum),
fokken:
fǫkǝ (Q035p Brunssum),
trekken:
trękǝ (Q035p Brunssum)
|
Het houden van vee met als doel de vermenigvuldiging van de dieren. Objecten als "vee" en "koeien" zijn in dit lemma niet gedocumenteerd. [N Q, 10b; monogr.]
I-11
|
34268 |
vee houden |
houden:
hǫu̯tǝn (Q035p Brunssum)
|
Het houden van vee in het algemeen. De opbjecten "vee", "beesten", "koeien" e.a. worden in dit lemma niet gedocumenteerd. [N Q, 10a]
I-11
|
20503 |
veel drinken |
steenpekken:
sjtee⁄péékə (Q035p Brunssum)
|
drinken; Hoe noemt U: Veel en met graagte drinken (loeriën, leerzen) [N 80 (1980)]
III-2-3
|