e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q035p plaats=Brunssum

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vastenavond vastelavond: Vasteloavend (Brunssum), vastəloͅ.vənt (Brunssum) vastenavond [RND] || Vastenavond [SGV (1914)] III-3-2
vastendag vasteldag: D  Vesteldaag (Brunssum), vastendag: vastendaag (Brunssum) vastendag [SGV (1914)] III-3-3
vastentijd vasten: vaste (Brunssum) vasten [SGV (1914)] III-3-3
vastlopen vastlopen: vaslōpǝ (Brunssum  [(Emma / Hendrik / Wilhelmina)]   [Emma, Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]) Vastlopen, gezegd van de luchthamer. [N 95, 819] II-5
vat, maat van 30 liter vat: vaat beer (Brunssum) de maat die een inhoud aangeeft van ± 30 liter [vat] [N 91 (1982)] III-4-4
vechten zich houwen: hŏŭwu (Brunssum), zich hòwwə (Brunssum) ruzie maken en daarbij gebruik maken van handen, armen en benen [kempen, kebberen, vechten] [N 85 (1981)] III-3-1
vee dieren: dērǝ (Brunssum) Alle huisdieren samen: paarden, runderen en kleinvee. Vergelijk het lemma ''veestapel'' (13.12) in deze aflevering. [A 11, 4; JG 1a; RND 4, 31; RND 7, 31; RND 8, 31; RND 10, 31; Wi 52; N C, add.; Vld.; monogr.] I-11
vee fokken aantrekken: ātrɛkǝ (Brunssum), fokken: fǫkǝ (Brunssum), trekken: trękǝ (Brunssum) Het houden van vee met als doel de vermenigvuldiging van de dieren. Objecten als "vee" en "koeien" zijn in dit lemma niet gedocumenteerd. [N Q, 10b; monogr.] I-11
vee houden houden: hǫu̯tǝn (Brunssum) Het houden van vee in het algemeen. De opbjecten "vee", "beesten", "koeien" e.a. worden in dit lemma niet gedocumenteerd. [N Q, 10a] I-11
veel drinken steenpekken: sjtee⁄péékə (Brunssum) drinken; Hoe noemt U: Veel en met graagte drinken (loeriën, leerzen) [N 80 (1980)] III-2-3