18067 |
cariës |
wolf:
wolluf (Q035p Brunssum),
Heel zeldzaam [-> cariës?, rk]
woof (Q035p Brunssum)
|
Cariës: tandbederf, langzame vernietiging van het glazuur van de tand (wolf, cariës). [N 84 (1981)] || spruw [SGV (1914)]
III-1-2
|
23008 |
carnaval add. |
vastelavond aanschieten:
Vastelaovend aasjete: langzaam beginnen met carnaval vieren, ook drinken.
aasjete (Q035p Brunssum)
|
Aanschieten.
III-3-2
|
22439 |
carnavalsoptocht |
vastelavondsoptocht:
vaestelaovensoptoch (Q035p Brunssum)
|
De optocht met carnaval [cavalcade]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
22678 |
castagnetten |
kleppers:
kleppers (Q035p Brunssum)
|
De twee bolletjes van hout of ivoor die men aan de vingers bindt en tegen elkaar slaat [klepperkens, klepper, castagnetten]. [N 90 (1982)]
III-3-2
|
21307 |
cavalier |
jong:
jong (Q035p Brunssum),
man:
manne (Q035p Brunssum),
mens:
minsj (Q035p Brunssum)
|
Cavelier [SGV (1914)]
III-3-1
|
28448 |
cel |
cel:
cel (Q035p Brunssum)
|
Zeshoekige opening in de raat. De cel dient voor het uitbroeden van de larven of voor het bergen van honing en stuifmeel. De wijdte tussen de evenwijdige wanden wisselt naar de bijensoort en de ouderdom der raat van 4,74 mm tot 5,50 mm. De normale diepte is 12 mm maar ze kan ook wat minder zijn. [L 1a-m; S 3; Ge 37, 56]
II-6
|
20837 |
cervelaatworst |
droogworst:
drūūgwōēsj (Q035p Brunssum),
rund- en varkensvlees
drûûgwoosj (Q035p Brunssum),
plokworst:
blokwōēsj (Q035p Brunssum),
gerookt, rundvlees, varkensvet, kruiden
blokwoosj (Q035p Brunssum)
|
droogworst [N 06 (1960)] || plokworst [N 06 (1960)]
III-2-3
|
18824 |
chagrijn |
chagrijn:
zeldzaam
sjagring (Q035p Brunssum),
mismoed inhebben:
də mis⁄moot i höbbə (Q035p Brunssum)
|
chagrijn [SGV (1914)] || een knagend, afgunstig en mismoedig makend verdriet [chagrijn, chagrijnigheid] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
20913 |
champignon |
champignon:
WLD
champion (Q035p Brunssum)
|
Champignon: een eetbare witte paddestoel met aanvankelijk rozige, later donkere, purperbruine plaatjes en sporen, het is de meest gekweekte paddestoel (kampernoelje, kampernoelie, duivelsbrood, pampernoelie, dolhondenbrood, champignon). [N 92 (1982)]
III-4-3
|
20545 |
cichorei |
cichorei:
cichorei (Q035p Brunssum, ...
Q035p Brunssum),
sjiekerĕj (Q035p Brunssum)
|
cichorei [SGV (1914)] || cichorei; Hoe noemt U: Surrogaat of smaakverbeterend middel voor koffie gemaakt van de wortel van een bepaalde plant die gemalen en geroosterd wordt (cichorei, cikorei, suikerij, suikeraai, sekraai, bitter, Gemertse koffie) [N 80 (1980)]
I-7, III-2-3
|