e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q035p plaats=Brunssum

Overzicht

Gevonden: 4619
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
cariës wolf: wolluf (Brunssum), Heel zeldzaam [-> cariës?, rk]  woof (Brunssum) Cariës: tandbederf, langzame vernietiging van het glazuur van de tand (wolf, cariës). [N 84 (1981)] || spruw [SGV (1914)] III-1-2
carnaval add. vastelavond aanschieten: Vastelaovend aasjete: langzaam beginnen met carnaval vieren, ook drinken.  aasjete (Brunssum) Aanschieten. III-3-2
carnavalsoptocht vastelavondsoptocht: vaestelaovensoptoch (Brunssum) De optocht met carnaval [cavalcade]. [N 88 (1982)] III-3-2
castagnetten kleppers: kleppers (Brunssum) De twee bolletjes van hout of ivoor die men aan de vingers bindt en tegen elkaar slaat [klepperkens, klepper, castagnetten]. [N 90 (1982)] III-3-2
cavalier jong: jong (Brunssum), man: manne (Brunssum), mens: minsj (Brunssum) Cavelier [SGV (1914)] III-3-1
cel cel: cel (Brunssum) Zeshoekige opening in de raat. De cel dient voor het uitbroeden van de larven of voor het bergen van honing en stuifmeel. De wijdte tussen de evenwijdige wanden wisselt naar de bijensoort en de ouderdom der raat van 4,74 mm tot 5,50 mm. De normale diepte is 12 mm maar ze kan ook wat minder zijn. [L 1a-m; S 3; Ge 37, 56] II-6
cervelaatworst droogworst: drūūgwōēsj (Brunssum), rund- en varkensvlees  drûûgwoosj (Brunssum), plokworst: blokwōēsj (Brunssum), gerookt, rundvlees, varkensvet, kruiden  blokwoosj (Brunssum) droogworst [N 06 (1960)] || plokworst [N 06 (1960)] III-2-3
chagrijn chagrijn: zeldzaam  sjagring (Brunssum), mismoed inhebben: də mis⁄moot i höbbə (Brunssum) chagrijn [SGV (1914)] || een knagend, afgunstig en mismoedig makend verdriet [chagrijn, chagrijnigheid] [N 85 (1981)] III-1-4
champignon champignon: WLD  champion (Brunssum) Champignon: een eetbare witte paddestoel met aanvankelijk rozige, later donkere, purperbruine plaatjes en sporen, het is de meest gekweekte paddestoel (kampernoelje, kampernoelie, duivelsbrood, pampernoelie, dolhondenbrood, champignon). [N 92 (1982)] III-4-3
cichorei cichorei: cichorei (Brunssum, ... ), sjiekerĕj (Brunssum) cichorei [SGV (1914)] || cichorei; Hoe noemt U: Surrogaat of smaakverbeterend middel voor koffie gemaakt van de wortel van een bepaalde plant die gemalen en geroosterd wordt (cichorei, cikorei, suikerij, suikeraai, sekraai, bitter, Gemertse koffie) [N 80 (1980)] I-7, III-2-3