e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q035p plaats=Brunssum

Overzicht

Gevonden: 4619
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
diarree aan de/het schijt: ān dǝ šīt (Brunssum), dunne, de -: dur dunnu (Brunssum) Buikloop. Te dunne ontlasting, meestal veroorzaakt door een min of meer ernstige ontsteking van de darmen. Zie ook het lemma ''diarree'' in wbd I.3, blz. 472-474. [N 3A, 91, 99; A 48A, 52; monogr.] || Diarree, buikloop (dunne, pruts). [N 84 (1981)] I-11, III-1-2
dichtgroeien toegaan: tugoa (Brunssum  [(Emma / Hendrik / Wilhelmina)]   [Domaniale]) Gezegd van een mijngang die door de druk op het gesteente langzaam wordt toegedrukt. [N 95, 385; N 95, 386; monogr.] II-5
dief schelm: sjelm (Brunssum), spitsboef: sjpitsboof (Brunssum) dief [SGV (1914)] III-3-1
dienblad dienblad: dēnblāt (Brunssum), presenteerblad: prəsɛntērblāt (Brunssum), schotel: in cafe\'s  šoͅtəl (Brunssum) dienblad [DC 27 (1955)], [DC 27 (1955)] III-2-1
dienst dienst: deens (Brunssum, ... ), deenst (Brunssum, ... ) dienst [SGV (1914)] III-1-4
dienstplicht moeten doen opmoeten: opmottn (Brunssum) zijn militaire dienst vervullen [opmoeten, binnenmoeten] [N 90 (1982)] III-3-1
diep boren boren: boren (Brunssum  [(Emma / Hendrik / Wilhelmina)]   [Maurits]) Diepboringen verrichten om op deze wijze de koollagen op te sporen en te verkennen. [N 95, 169; Vwo 167] II-5
dier, beest dier: deer (Brunssum) dier [SGV (1914)] III-4-2
dij bats: basse (Brunssum), bats (Brunssum), batse (Brunssum) dij [SGV (1914)] || dijen [SGV (1914)] III-1-1
dik worden dijen: dīē⁄ə (Brunssum) dik worden; Hoe noemt U: Dik worden, gezegd van b.v. pap (dijen) [N 80 (1980)] III-2-3