e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Buchten

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
jongen met wie men verloofd is aanstaande: aanstaonde (Buchten) Hoe noemt men hem, wanneer men met hem verloofd is? (Hoe noemt men den jongen met wien men verkeering heeft?) [DC 05 (1937)] III-2-2
jongensblouse bloes: bloes (Buchten) jongensblouse, ruime bovenkledingstuk met band of elastiek in de taille [N 23 (1964)] III-1-3
jood jood: jud (Buchten, ... ) jood [SGV (1914)] III-3-1, III-3-3
judas judas: Judas (Buchten) Judas [SGV (1914)] III-3-3
juffrouw juffer: joffer (Buchten) juffer [SGV (1914)] III-3-1
jukriem disselketting: desǝlkɛteŋ (Buchten) Verbinding tussen het haam en de disselboom, als men met een tweespan rijdt. Verscheidene zegslieden verklaren dat een tweespan in hun gemeente niet (meer) voorkomt. [N 13, 12] I-10
jumper jumper: jumper (Buchten) jumper, damesvest met mouwen en knopen [N 23 (1964)] III-1-3
jus, vleesnat saus: Syst. WBD  saus (Buchten) Saus of jus (sop?) [N 16 (1962)] III-2-3
kaak kaak: kaak (Buchten) Welk woord gebruikt men in Uw dialect ter aanduiding van het benige gedeelte van het hoofd, waarin de tanden en kiezen zitten? Hoe spreekt men het uit? [DC 27 (1955)] III-1-1
kaakbeen(rand) raak: raakke (Buchten) kaakrand waarin de tanden staan [raak] [N 10 (1961)] III-1-1