19583 |
tondel |
olie:
oil (L426p Buchten)
|
ontvlambaar materiaal in de tondeldoos [N 20 (zj)]
III-2-1
|
17727 |
tonen |
tonen:
tuine (L426p Buchten)
|
tonen [SGV (1914)]
III-1-1
|
17620 |
tong |
tong:
tòng (L426p Buchten)
|
tong [DC 01 (1931)]
III-1-1
|
21382 |
toonbank |
toonbank:
ps. boven de a (van tØØan...) staat nog een ?; deze combinatieletter is niet te maken, omgespeld is het inderdaad een a.
tōōanbank (L426p Buchten)
|
toonbank [SGV (1914)]
III-3-1
|
34588 |
toot |
tompen:
tompǝ (L426p Buchten)
|
Elk van de uitstekende delen van de berries (bij de hoogkar) of de bakbomen (bij de slagkar) achter aan de kar. De opgaven van de woordtypen top, stoot en stots zonder meervoudsuitgang zijn als meervoudig geïnterpreteerd wegens hun velair vocalisme. Door het ontbreken van een mogelijke enkelvoudige tegenopgave, is het echter mogelijk dat het hier om enkelvoudsopgaven gaat. Met het woordtype staart wordt het geheel aangeduid, in tegenstelling tot de andere woordtypen, waarmee elk deel afzonderlijk wordt benoemd. [N 17, 28 + 37a; N G, 59a; monogr]
I-13
|
30584 |
torengoud |
dubbel bladgoud:
dø̜bǝl blāt˲gǫwt (L426p Buchten)
|
Bladgoud zoals dat bijvoorbeeld voor het vergulden van de haan van de kerktoren wordt gebruikt. Het is volgens de invuller uit L 267 dikker in doorsnede dan normaal bladgoud. [N 67, 11c]
II-9
|
24256 |
torenvalk |
torenvalk:
tòòrevalk (L426p Buchten, ...
L426p Buchten)
|
torenvalk || valk: torenvalk (34 bekende vogel met spitse vleugels; vliegt vrij langzaam; hangt vaak stil in de lucht en laat zich dan vallen om een muis o.i.d. te vangen; broedt in boomnest of in torens [N 09 (1961)]
III-4-1
|
29108 |
tornen |
lossnijden:
lossni-jǝ (L426p Buchten),
losšni-jǝ (L426p Buchten)
|
De naad of steken losmaken en uithalen. [N 62, 22; A 4, 27b; L 20, 27b; Gi 1.IV, 20; MW; S 38]
II-7
|
28362 |
torpedo |
torpedo:
torpedo (L426p Buchten
[(Maurits)]
[Maurits])
|
Het gewicht dat, nadat de remschijftransporteur is verplaatst, door de leidpijp naar beneden wordt gelaten. Wanneer de torpedo beneden is aangekomen, wordt de transportketting eraan vastgemaakt en het geheel kan dan door de machine naar boven worden getrokken. [N 95, 666]
II-5
|
22025 |
tortelduif |
tortelduif:
torteldoef (L426p Buchten)
|
tortel (28 bekende zomervogel; slank en lichtbruin; nestje meestal in hoge struiken; roep [toerrrrr, toerrrrr] [N 09 (1961)]
III-4-1
|