e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Buchten

Overzicht

Gevonden: 3668
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
diep boren boren: boarǝ (Buchten  [(Maurits)]   [Maurits]) Diepboringen verrichten om op deze wijze de koollagen op te sporen en te verkennen. [N 95, 169; Vwo 167] II-5
dier, beest dier: dēēr (Buchten) dier [SGV (1914)] III-4-2
difterie difterie: difterie (Buchten) Hoe noemt U in Uw dialect de volgende ziekten: difterie: gele vliesjes in bek en keel? [N 93 (1983)] III-3-2
dik worden aanstijven: aanstieve (Buchten) dik worden; Hoe noemt U: Dik worden, gezegd van b.v. pap (dijen) [N 80 (1980)] III-2-3
dikke boterham smouer: Syst. WBD  sjoumer (Buchten) Een dikke boterham (sjmouer, sjmouel?) [N 16 (1962)] III-2-3
dikke snee brood paardssnee: Syst. WBD  paersjnee (Buchten) Een dikke snee (haacht, hawiejk, wiejk, pil, stuut, hiejs?) [N 16 (1962)] III-2-3
dikke want pijenhaas: pieje héjsje (Buchten) wanten, dikke ~, gemaakt van grove (wollen) stof [pieje, piejhesje] [N 23 (1964)] III-1-3
dikke wollen sjaal sjaal: sjaal (Buchten) das, dikke wollen (winter)~ [N 23 (1964)] III-1-3
dikke, warme mantel wintermantel: wintjermantjel (Buchten) damesmantel, warme ~ [windvanger, kabang] [N 23 (1964)] III-1-3
dinsdag dinsdag: ioch kom dè-nsdig (Buchten) Dinsdag [ik kom ~] [SGV (1914)] III-4-4