e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Buchten

Overzicht

Gevonden: 3668
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
donderkruid reinvaart: reinvaart (Buchten) donderkruid (Inula vulgaris), weinig voorkomende samengesteldbloemige plant die 90 cm hoog kan worden, met langwerpige ronde bladeren en lichtbruin getinte bloemhoofdjes [N 37 (1971)] III-4-3
donderslag helle slag: helle slaag (Buchten) hevige donderslag [ketterslag, kletteraar] [N 81 (1980)] III-4-4
donderwolk hommelkoppen: hommelköp (Buchten), onweerswolken: onwéérswouke (Buchten) zware wolken die onweer brengen [donderkoppen, -bloesem] [N 22 (1963)] III-4-4
donderx hommel: de⁄n hommel (Buchten), hommel (Buchten) donder [N 22 (1963)], [SGV (1914)] III-4-4
donker, duisterx donker: dit zegt men voor bèèr!  dónkel (Buchten), duister: duuster (Buchten), dit zegt men voor wéér!  duuster (Buchten) donker [donkel, duuster, domp] [N 06 (1960)] III-4-4
dood (bn.) dood: doad (Buchten, ... ) dood [SGV (1914)] || dood (bijv.) [DC 03 (1934)] III-2-2
doodskist doodkist: doadkes (Buchten), doodskist: doadskes (Buchten) doodskist; hoe noemt men het houten voorwerp, waarin de dode in het graf wordt gelegd [DC 23 (1953)] || Hoe noemt men het houten voorwerp, waarin de dode in het graf wordt gelegd? [DC 23 (1953)] III-2-2, III-3-3
doodskleed doodshemd: doodshumme (Buchten), doodskleed: Wit lijkwaad; ook wel pyama, ook wel costuum (meer sporadisch).  doodskleid (Buchten) bekleding van de overledene, wanneer hij in de doodkist wordt gelegd (thans inventarisatie; betekenis/uitspraak [N 23 (1964)] || doodskleed; hoe noemt men het doodskleed (hinnekleed, reekleed, regenkleed, enz.)? Moet dit kleed aan bepaalde voorwaarden voldoen? [VC 03 (1937)] III-2-2
doodsteken hals afsnijden: hals āfšniǝ (Buchten), kapotsteken: kapǫt štēkǝ (Buchten), steken: štēkǝ (Buchten) Nadat het dier is verdoofd, wordt het ogenblikkelijk de keel doorgesneden, opdat het nog pompende hart het bloed uit het lichaam kan stuwen. De woordtypen in dit lemma kunnen zowel duiden op het doodsteken van een varken als op het doodsteken van een rund. Een bij de opgave toegevoegd object ''varken'', ''koe'', ''beest'' wordt niet in het woordtype opgenomen. [N 28, 11a; N 28, 11b, N 28, 12a; N 28, 13b, monogr.] II-1
doof doof: douf (Buchten) doof [SGV (1914)] III-1-1