e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Buggenum

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
stoten stoten: sjtôôte (Buggenum) stoten, stuiken [SGV (1914)] III-1-2
stoven smoren: schmoore (Buggenum), stoven: sjtoave (Buggenum) stoven (ww.) [SGV (1914)] || stoven; Hoe noemt U: Met weinig vet op laag vuur gaar laten worden (smoeren, stoven, wallen) [N 80 (1980)] III-2-3
straat straat: szjtroat (Buggenum) straat [DC 02 (1932)] III-3-1
straf geven straf geven: sjtroaf gêve (Buggenum), straffen: sjtroave (Buggenum) straf geven [SGV (1914)] || straffen [SGV (1914)] III-2-2
streng streen: štrēn (Buggenum) Een streng garen, een gewonden en veelal ineengedraaide bundel waarin garen in de handel komt. De woordtypen lood, half lood, loodje en onsje duiden op een bepaalde hoeveelheid gewicht garen. [N 62, 56c; L 7, 58; L 28, 14; Gi 1.IV, 25; MW; S 36; monogr.] II-7
streng (bn.) strang: sjtrang (Buggenum) streng (bijv. nw.) [SGV (1914)] III-1-4
streng garen [cf. wld ii.7: 24-25] streen: sjtreen (Buggenum) streng (garen) [SGV (1914)] III-1-3
stro struu: štrø̄ (Buggenum) Halmen van gedorst koren. De algemene benaming. Zie ook de toelichting bij paragraaf 6.4. [JG 1a, 1b, 2c; L 7, 60a; R [s], 6; S 36; Wi 4; monogr.; add. uit N 5, 83] I-4
stroef sleeuw: sjlêê tenj (Buggenum) sleeuwe tanden [SGV (1914)] III-2-3
strohalm toeke/festuca: tukǝ (Buggenum  [(in de uitdrukking toeke trekken "strootje trekken")]  ) In dit lemma staan de opgaven bijeen die uitdrukkelijk op de gedroogde halm slaan en voor zover deze afwijken van het algemene woord voor halm in het vorige lemma. Zie de toelichting bij het vorige lemma. Zie echter vooral de lemma''s 6.1.24 - 6.1.27 over stro. [N P, 4b; L 25, 15; monogr.; add. uit JG 1a, 1b; S 12; Wi 13] I-4