17945 |
met kleine stapjes lopen |
trippelen:
Zeldzaam gebruikt voor b.v. dame met enge rok, korte pasjes...
trippelen (Q096p Bunde)
|
lopen, gaan; inventarisatie uitdrukkingen; betekenis/uitspraak [N 10 (1961)]
III-1-2
|
33047 |
metalen deel van de mathaak |
haak:
hǭk (Q096p Bunde)
|
De licht gebogen ijzeren tand van de mathaak. Voor de fonetische documentatie van het woorddeel [zicht]- zie het lemma ''zicht'' (4.3.1). [N 18, 72b; monogr.; add. uit JG 1b]
I-4
|
34369 |
metalen scheplepel |
varkenspan:
vɛrkǝspan (Q096p Bunde)
|
Lepel van metaal om varkensvoer mee op te scheppen. [N 18, 132; monogr.]
I-12
|
32892 |
metalen tongetjes |
bramen:
brǭm (Q096p Bunde)
|
De onregelmatigheden aan de snijkant van de zeis, uitstulpingen in de vorm van metalen tongetjes of lipjes, die kunnen ontstaan bij ondeskundig haren. Het lemma bevat meervouden en enkelvouden. [N 18, 90; monogr.]
I-3
|
21585 |
mevrouw |
madam (<fr.):
medam (Q096p Bunde),
vrouw:
vrouw (Q096p Bunde)
|
hoe spreekt u een getrouwde vrouw aan? [mevrouw, madam] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
20123 |
miauwen |
keken:
kiɛ.kə (Q096p Bunde),
miauwen:
miauwe (Q096p Bunde),
miauə (Q096p Bunde)
|
Hoe noemt u het gewone stemgeluid van een kat (mauwen, kajauwen, jauwen, lollen, miauwen, janken, rallen) [N 83 (1981)] || miauwen [Goossens 1b (1960)]
III-2-1
|
17839 |
middagdutje doen |
ungeren (ww.):
hungere (Q096p Bunde)
|
middagslaapje doen [ZND m]
III-1-2
|
20573 |
middagmaal |
middageten:
middigeten (Q096p Bunde)
|
namen en uren van de dagelijkse maaltijden: dîner [ZND 18G (1935)]
III-2-3
|
24352 |
mier |
aamzeik:
aômzijk (Q096p Bunde)
|
mier [Weijnen BN 06 (1939)]
III-4-2
|
25166 |
mist, nevel (alg.) |
damp:
damp (Q096p Bunde)
|
mist, gezegd van het weer [muur] [N 81 (1980)]
III-4-4
|