e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q095a plaats=Caberg

Overzicht

Gevonden: 1390
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
krioelen granzelen: [sic]  granzjele (Caberg), wemelen: wiemele (Caberg) Krioelen: zich in alle richtingen dooreen bewegen (event. met veel lawaai) (krioelen, broeliën, krielen, kriewelen, kriemelen, wriemelen, wriemelen, grimmelen, wemelen). [N 84 (1981)] III-1-2
kroep kroep: kroep (Caberg) Kroep: ontsteking van het strottehoofd en de luchtpijp die door afzettingen op het slijmvlies gevaar van verstikking met zich meebrengt (kroep, krop, pip). [N 84 (1981)] III-1-2
krols loops: lø͂ͅps (Caberg) loops, geslachtsdriftig ve kat [N C (1962)] III-2-1
krommen, ombuigen buigen: buige (Caberg), draaien: dreye (Caberg) Krommen: een kromme, gebogen vorm doen aannemen (krommen, buigen, draaien). [N 84 (1981)] III-1-2
kruiden, specerijen kruiden: WBD/WLD  kruije (Caberg) De kruiden die bij de bereiding bij groente of vlees gevoegd worden om de smaak van het gerecht te verbeteren, in het algemeen (kruid, toekruid, specerij). [N 82 (1981)] III-2-3
kruidenjenever drupje voor de maag: dröpkə veur de maog (Caberg), els: els (Caberg) kruidenjenever; Hoe noemt U: Jenever met kruiden (pop) [N 80 (1980)] III-2-3
kruidwis kruidwis: (met zon lange oe als Maastrichts).  kroetwosje (Caberg) kruidwis [N 06 (1960)] III-3-2
kruipend ongedierte wormen: eigen spellingsysteem  wörm (Caberg) wormachtig en kruipend gedierte [N 26 (1964)] III-4-2
kruisbeeld kruis: kruus (Caberg), kruisbeeld: kruusbeeld (Caberg) Kruisbeeld [slivvenier, kruus, kruussefiks]. [N 06 (1960)] III-3-3
kuchen kruchelen: kröchele (Caberg) Kuchen: kort en droog hoesten (kuchen, kochelen, krochen, krochelelen). [N 84 (1981)] III-1-2