19140 |
beestachtig persoon; beestachtig |
batraaf:
vraag 400 is een dubbel bestand (2 x 115) waaruit twee lemmata vervaardigd moeten worden: "beestachtig (van karakter)"; "beestachtig persoon
⁄n batteraof (Q095a Caberg),
doodvaller:
vraag 400 is een dubbel bestand (2 x 115) waaruit twee lemmata vervaardigd moeten worden: "beestachtig (van karakter)"; "beestachtig persoon
⁄nen doedvaller (Q095a Caberg),
kees?:
vraag 400 is een dubbel bestand (2 x 115) waaruit twee lemmata vervaardigd moeten worden: "beestachtig (van karakter)"; "beestachtig persoon
⁄n kees (Q095a Caberg),
schoft:
vraag 400 is een dubbel bestand (2 x 115) waaruit twee lemmata vervaardigd moeten worden: "beestachtig (van karakter)"; "beestachtig persoon
⁄ne sjof (Q095a Caberg),
smeerlap:
vraag 400 is een dubbel bestand (2 x 115) waaruit twee lemmata vervaardigd moeten worden: "beestachtig (van karakter)"; "beestachtig persoon
⁄n smeerlap (Q095a Caberg),
verrekkeling:
vraag 400 is een dubbel bestand (2 x 115) waaruit twee lemmata vervaardigd moeten worden: "beestachtig (van karakter)"; "beestachtig persoon
⁄ne verrékkeling (Q095a Caberg),
vetlap:
vraag 400 is een dubbel bestand (2 x 115) waaruit twee lemmata vervaardigd moeten worden: "beestachtig (van karakter)"; "beestachtig persoon
⁄ne vetlap (Q095a Caberg)
|
met een zeer slecht, beestachtig karakter [sakkers] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
20487 |
beet, hap |
bof:
lange o
bòf (Q095a Caberg),
hap:
hap (Q095a Caberg)
|
hap; Hoe noemt U: Zoveel als men in één keer afbijt of in de mond neemt (hap, beet, knap, kneuvel) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
18886 |
begeerlijk |
bekonkelend:
bekoonkelend (Q095a Caberg),
verleidelijk:
verleijdelek (Q095a Caberg)
|
de begeerte opwekkend, verlokkend [gewild, begeerlijk] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
18993 |
begeerte |
verlangen:
verlange (Q095a Caberg)
|
een groot verlangen naar iets, een sterke wens [geerte, geer] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
18885 |
begeren |
gaarne hebben:
sjeere höbbe (Q095a Caberg, ...
Q095a Caberg,
Q095a Caberg),
gaarne willen:
sjeere wèlle (Q095a Caberg, ...
Q095a Caberg,
Q095a Caberg),
verlangen:
verlange (Q095a Caberg, ...
Q095a Caberg)
|
een groot verlangen naar iets, een sterke wens [geerte, geer] [N 85 (1981)] || sterk verlangend [hebbelijk, begeerlijk, begierig, begerig] [N 85 (1981)] || sterk wensen, verlangen koesteren naar [begeren, geren, lusten] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
20430 |
begrafenis |
begrafenis:
begraffenis (Q095a Caberg),
begraofenis (Q095a Caberg)
|
de gezamenlijke handelingen en plechtigheden waarmee een dode ter aarde besteld wordt [begrafenis, uitvaart, begankenis, zinking, leuves, geuves] [N 87 (1981)]
III-2-2
|
20431 |
begraven |
begraven:
begraove (Q095a Caberg)
|
een dode begraven [graven, zinken, begraven] [N 87 (1981)]
III-2-2
|
18807 |
begrijpen |
begrijpen:
begriepe (Q095a Caberg),
snappen:
snappe (Q095a Caberg)
|
met het verstand vatten, begrijpen [kennen, omvatten, begrijpen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
18798 |
begrip, besef |
begrip:
⁄t begrip (Q095a Caberg),
benul:
benöl (Q095a Caberg),
besef:
besef (Q095a Caberg)
|
een bewuste, duidelijke voorstelling [benul, belul, besef] [N 85 (1981)] || het vermogen om iets te begrijpen [begrip, begrijp] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
24301 |
bek |
muil:
WBD/WLD
de moijl (Q095a Caberg)
|
Hoe noemt u de bek van een dier (muil, bakkes) [N 83 (1981)]
III-4-2
|