e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Caberg

Overzicht

Gevonden: 1390
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
rups rups: eigen spellingsysteem  róps (Caberg) rups [N 26 (1964)] III-4-2
rusten rusten: röste (Caberg) Rusten: rust houden na arbeid of vermoeienis (schoven, schoften). [N 84 (1981)] III-1-2
ruw ruw: rouw han (Caberg) Ruw worden van handen en gewrichten (schraap, verharen). [N 84 (1981)] III-1-2
ruw, hard hel: hel (Caberg), ruw: rouw (Caberg) zonder fijn gevoel, hard [rouw, ruw] [N 87 (1981)] III-3-1
ruzie ruzing: röizing (Caberg) een luidruchtige woordenstrijd, onenigheid die door praten of schreeuwen tot uitdrukking komt [ruzie, ravelleke, poepelderij, kadij, twist, ruzing, kerwel, actie, piekenpoek] [N 85 (1981)] III-3-1
ruzie maken kekelen: keekele (Caberg) ruzie maken [kakelen, puken] [N 85 (1981)] III-3-1
sandaal sandaal: sandaal (Caberg) sandaal [N 24 (1964)] III-1-3
sap in planten sap: WBD/WLD  sap (Caberg) Het vocht dat zich in planten of plantendelen bevindt of eruit verkregen is (sap, tocht). [N 82 (1981)] III-4-3
sap van een vrucht sap: WBD/WLD  sap (Caberg, ... ) Het sap van een vrucht (sap, tocht). [N 82 (1981)] || Het vocht dat zich in planten of plantendelen bevindt of eruit verkregen is (sap, tocht). [N 82 (1981)] I-7
savooiekool schelk: WBD/WLD  sjēllek (Caberg) De witgele sluitkool met gekrulde bladeren; savooikool, die zeer dicht geplant wordt en zonder vaste krop geoogst (schelk). [N 82 (1981)] I-7