e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Castenray

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
slecht weer, hondenweer schouw (weer): (hetwoordelijke uitdrukking).  schòw waer (Castenray) vreesinboezemde weersgesteldheid III-4-4
slechte drank moekkefoek: moekefoek (Castenray) slechte kwaliteit, surogaat namaak van drank (koffie of thee enz,) III-2-3
sleedoorn sleen: vcroeger gebruikt als sluiting van een worst bij de huisslacht  slieën (Castenray) sleedoorn, de doorn III-4-3
sleutelbloem koekenbloemetje: koēkebluumke (Castenray) sleutelbloem, tuinprimula III-4-3
slijpsteen slijpsteen: slipstiǝn (Castenray) Steen waarop gereedschappen als beitels, schroevendraaiers, etc. geslepen worden; meer in het bijzonder ook de ronde steen die om een spil of as draait en in een slijpstelling of aan een elektrische slijpmachine is bevestigd. Als slijpsteen worden korrelige, zeer harde steensoorten als amaril en carborundum gebruikt. Zij worden geleverd in grove, middel- en fijne korrel. Zie ook afb. 1. [N 33, 271; L 6, 68b; monogr.; div.] II-11
slim uitgekookt: uutgekòkt (Castenray), uitgeslapen: uutgeslaope (Castenray) slim, gehaaid, uitgeslapen || slim, uitgekookt III-1-4
slok dronk: droonk (Castenray), ennen kwojjen droonk hebbe: kwaad zijn/worden, wanneer men alcohol drinkt  droonk (Castenray), slok: slok (Castenray), sluk (Castenray) slok || teug III-2-3
slons (slodder?) del: dél (Castenray), flots: flots (Castenray), slons: sloons (Castenray), sloor: sloeër (Castenray) slons || slonzige vrouw || slordige vrouw || slordige, slonzige vrouw III-1-4
slordig slordig: slorzeg (Castenray) slordig III-1-4
sluitmand sluitmand: slytmãnt (Castenray) In het algemeen een uit wissen gevlochten mand met een deksel. [N 40, 109; monogr.] II-12