e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Castenray

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vos vos: vos (Castenray) vos III-4-2
vreemde (man) vreemde, een ~: vrimde (Castenray) Noem het (dialect)woord voor: iemand uit den vreemde? [vreemdeling] [N 102 (1998)] III-3-1
vriesweer vriesweer: vriēswaer (Castenray) vriesweer III-4-4
vrijgezel oude viool: âlde fioeël (Castenray), vrijgezel: vreejgezél (Castenray) oude vrijster || vrijgezel III-2-2
vroedvrouw wijsvrouw: wiesvròw (Castenray) vroedvrouw, baker III-2-2
vrouw, vrouwspersoon vrouw: vrow (Castenray), vrouwlie: vrow-lie(den)  vrollie (Castenray), vrouwmens: vrowmeens (Castenray), vrouwvolk: vrowvolk (Castenray), wijf: wief (Castenray), wijfje: wiēfke (Castenray) vrouw || vrouw; koosnaam || vrouwen || vrouwen (mv.) || vrouwspersoon III-2-2
vrouwelijk lam germ: gē̜rm (Castenray) [L 34, 34; L 20, 22c; A 4, 22c; A 2, 45; R 3, 36; N 70, 3; N 19, Q 111 add.; AGV m 3; monogr.] I-12
vrouwelijke kalkoen schroethen: sxrūthęn (Castenray) [A 6, 3b; L 1, 113; monogr.] I-12
vrouwziek maagdjesgek: megjesgek (Castenray), op jacht zijn: òp jácht zien (Castenray) meisjesgek || op een meisje uit zijn III-2-2
vuilnisbak dreksbak: dreksbák (Castenray), Ok ien ennen dreksbák viende wel \'s wat van waerde: ook van het schijnbaar waardeloze kan men soms iets leren  dreksbák (Castenray) asemmer || vuilnisemmer III-2-1