20692 |
gehakt |
met:
met (L245a Castenray)
|
gehakt varkensvlees
III-2-3
|
27539 |
geit |
geit:
gē̜t (L245a Castenray)
|
Geit in het algemeen. Ten aanzien van germ merken enkele informanten (L 292 (Heythuysen), Q 99 (Meerssen), 111* (Ransdaal)) op dat hiermee een vrouwelijke geit wordt bedoeld. Zie afbeelding 7. [N 77, 74; L 14, 32; A 9, 20; JG 1a, 1b; Wi 7; NE I, 16; AGV, m3; Gwn 5, 13; Vld.; monogr.; S, Q 105 add.; S 10, add.]
I-12
|
24488 |
gele narcis |
paasbloem:
posbloem (L245a Castenray)
|
paasbloem, narcis
III-4-3
|
25188 |
geluid van naderend onweer |
donderen:
doondere (L245a Castenray),
Opm. dit is J.V. (betekent jonger Venrays - is een nieuwere Venrayse benaming).
dòndere (L245a Castenray)
|
rommelen van de donder
III-4-4
|
18945 |
gemeen |
gemeen:
gemaen (L245a Castenray)
|
gemeen, laag, slecht
III-1-4
|
18958 |
gemene vrouw |
loeder:
mar.: of "loeder"?; "loeter"is niet in bovenstaande betekenis terug te vinden, wel in bet. van: dommerik, lummel (VD en WNT). Zie echter in WBD III, 1.4 wel het gebruik van "loeter"in bovenstaande bet.
lōēter (L245a Castenray)
|
kwade vrouw
III-1-4
|
33319 |
gepachte hoeve, pachtgoed |
pachtplaats:
pāxtplats (L245a Castenray)
|
Het bedrijf dat een boer niet in eigen bezit heeft maar pacht (huurt) van de eigenaar aan wie hij in enige vorm betaalt voor het gebruik. Bij winning in L 352 wordt aangetekend: "vroeger heeft de naam denkelijk bestaan, want er is nog een boerderij die de naam De Winning draagt". Bij enkele opgaven in Nederlands Zuid-Limburg wordt opgemerkt dat enige pachthoeven nog in "halfsheid liggen"; de eigenaar ontvangt de helft van het koren, terwijl de pachter ("halfer") het overblijvende koren krijgt met het stro. Algemene en specifieke termen zijn in dit lemma uit elkaar gehouden. Voor de fonetische documentatie van de opgaven die gelijk zijn aan die voor boerderij in het algemeen, zie het lemma "boerderij, algemeen" (1.1.1). [A 10, 2bI; L 38, 21a; L 48, 22; Lu 2, 22; S 27; Wi 18; monogr.; add. uit L 38, 22 en ander materiaal van lemma 1.1.1]
I-6
|
18939 |
gereed |
klaar:
klaor (L245a Castenray),
vaardig:
verreg (L245a Castenray)
|
klaar, gereed || klaar, gereed, afgewerkt
III-1-4
|
20912 |
gerookt spek |
schinkenspek:
schaenkespek (L245a Castenray)
|
gerookte mager (doorregen) spek
III-2-3
|
20583 |
gerookte paling |
aal:
ōͅl (L245a Castenray, ...
L245a Castenray),
paling:
Ennen aol is genne paoling: Het mindere mag men niet als meerdere aanprijzen
paoling (L245a Castenray)
|
paling
III-2-3
|