id | Begrip | Trefwoord: dialectopgave (plaats) | Omschrijving |
---|---|---|---|
31724 | lat | lat: lats (Chevremont) | In het algemeen een gezaagde strook hout met geringe breedte en dikte. [N 50, 73e; N 50, 74a; monogr.] II-12 |
20869 | laurier | laurierblad: lauw’erblad (Chèvremont) | laurierbladeren III-2-3 |
24990 | lauw | lauw: lauw (Chèvremont), loa (Chèvremont), pislauw: pisloa⁄ (Chèvremont) | lauw, tussen warm en koud III-4-4 |
19391 | ledikant | bedstad: bɛtštat (Chèvremont), hemelbed: himəlbɛt (Chèvremont) | hemelbed || ledikant III-2-1 |
20479 | leeftijd, ouderdom | leeftijd: leëftsiet (Chèvremont) | leeftijd III-2-2 |
20953 | leeg, gezegd van een noot | doof: ing doof noos (Chèvremont) | een lege noot III-2-3 |
27861 | leempatroon | kleipatroon: klęjpatruǝn (Chevremont [(Julia)] [Domaniale]), leempatroon: lēmpatruǝn (Chevremont [(Julia)] [Domaniale]) | Uit leem of klei vervaardigde patroon waarmee het schietgat wordt afgesloten. [N 95, 404; monogr.] II-5 |
19365 | leep, doortrapt | schlau (du.): sjlauw (Chèvremont), uitgefuchst (< du.): oes’-jefoeksd (Chèvremont), uitgehikt: oes’jehikd (Chèvremont) | slim, sluw || uitgekookt || uitgeslapen, sluw III-1-4 |
27705 | leesband | leesband: leesband (Chevremont [(Julia)] [Domaniale]) | Transportband waarop de schachtkool van de schacht naar de wasserij wordt vervoerd. Langs deze band staan de leesjongens die de stenen en andere ongerechtigheden uit de kolen rapen. [N 95, 832; monogr.; N 95, 14] II-5 |
27706 | leesjongen | zeverijjong: zevǝręjjǫŋ (Chevremont [(Julia)] [Eisden]) | Jongen die bovengronds de stenen raapt uit via een transportband aangevoerde kolen. De afkorting O.V.S. uit de opgave "o.v.s.-er" (L 433, Q 121c) staat voor Ondergrondse Vakschool. [N 95, 155; monogr.] II-5 |