e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q121a plaats=Ch?vremont

Overzicht

Gevonden: 2160
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
gunst gunst: jóns (Chèvremont) gunst III-1-4
haagappel haamappel: haam’appel (Chèvremont) meidoornvrucht III-4-3
haagbeuk haambeuk: haam’buk (Chèvremont) haagbeuk III-4-3
haagwinde pispot: pis’pot (Chèvremont) haagwinde III-4-3
haaks winkelig: weŋkǝlix (Chevremont) Zuiver rechthoekig, gezegd van bijvoorbeeld een werkstuk. De haaksheid van een voorwerp kan worden opgemeten met een winkelhaak. [N 53, 199a; monogr.] II-12
haaks op de laag bergslag: bɛrxšlax (Chevremont  [(Julia)]   [Emma]) Gezegd van ondersteuningen. Men spreekt van "haaks op de laag" of "bergslag" geplaatste stijlen, wanneer zij loodrecht tussen dak en vloer zijn geplaatst. In het geval dat dak en vloer niet evenwijdig aan elkaar lopen, staan de stijlen "bergslag" als zij haaks onder het dak zijn gezet. [N 95, 295; monogr.] II-5
haan haan: hān (Chevremont), haantje: hēǝnšǝ (Chevremont) Het mannetje van de hoenderen. [N 19, 39; A 39, 3c; A 6, 1a; A 2, 30; L 7, 27; L 14, 19; L 26, 17; L 1a-m; JG 1a, 1b; Wi 13; Wi 17; Gwn 5, 15 add.; Vld.; monogr.] I-12
haas haas: haas (Ch?vremont) haas III-4-2
haast hebben zich ijlen: iel’le, ziech (Chèvremont), zich touwen: cf. WNT XVII-1 kol. 1700 s.v. "touwen"wederk. (zich) haasten  tsau’we, ziech (Chèvremont) zich haasten III-1-4
haastig ijlig: iel’lieg (Chèvremont) haastig, gehaast III-1-4