e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Ch?vremont

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
riem riem: rēm (Chevremont  [(Julia)]   [Domaniale]) De riem waarmee de broek wordt opgehouden en waaraan de accu van de petlamp wordt bevestigd. [N 95, 62; monogr.] II-5
riet riet: rit (Chèvremont) riet III-4-3
rijstebrij rijstbrij: riesbrij (Chèvremont) rijstebrij III-2-3
rijstevlaai rijstevladem: riestevlaam (Chèvremont), rijstvladem: riesvlaam (Chèvremont), Verklw. riesvleëmsje  riesvlaam (Chèvremont) rijstevla || rijstevlaai || rijstvlaai III-2-3
rijtuig met twee paarden tweespan: tswęi̯špan (Chevremont) Benaming voor alle rijtuigen die door twee paarden getrokken worden, in plaats van door een. [N 101, 3 + 4; L 28, 34] I-13
ringen, randen verwijderen van peulvruchten ringen: ren’ge (Chèvremont) ringen, boontjes afhalen I-7
ritselen rasseln (du.): ras⁄sele (Chèvremont), rispelen: ries⁄pele (Chèvremont) ritselen III-4-4
rode aalbes miemelen: miem’mel (Chèvremont) aalbes I-7
roggebrood pompernikkel: póm’perniekkel (Chèvremont), zwartbrood: sjwats’broeëd (Chèvremont) pompernikkel || roggebrood III-2-3
rok: algemeen rok: rok (Chèvremont) vrouwenrok, kledingstuk dat van het middel af naar beneden hangt [rok, schort, schot, malbeusj] [N 24 (1964)] III-1-3