e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Ch?vremont

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
sint-jozefaltaar sint-jozefaltaar: sintjoeëzef-altoar (Chèvremont) Het (zij)altaar dat is toegewijd aan de H. Jozef en waarop of waarboven zijn beeltenis zich bevindt [St.Jozef-altaar]. [N 96A (1989)] III-3-3
sint-jozefbeeld sint-jozef: tsint joeëzef (Chèvremont) Een beeld van de H. Jozef. [N 96A (1989)] III-3-3
sintel krei: krai̯ (Chèvremont), krikkelskool: krexəlskoͅalə (Chèvremont) gedeeltelijk uitgebrande kolen || sintel III-2-1
sintjanskruid johanneskruid: johan’neskroed (Chèvremont) johanneskruid III-4-3
sjees sjees: šēs (Chevremont) Licht en hoog tweewielig rijtuigje voor twee personen met een verstelbare kap. Er is geen aparte bok voor de koetsier. De sjees was voor rijke boeren vaak het voertuig waarmee ze onder meer naar de kerk of naar de stad gingen. De sjees is het bekendste tweewielige rijtuig, vandaar dat de benaming "sjees" ook wel vermeld werd als naam voor het tweewielig rijtuig in het algemeen. [N 17, 5; N 101, 1, 3, 4, 8, 15; N G, 51; L 1a-m; L 36, 70; S 18, 30; monogr] I-13
sla, algemeen kopsalade: kop’sjlaat (Chèvremont), meikrop: mai’krop (Chèvremont), salade: ook het gerecht  sjlaat (Chèvremont), snijsalade: sjnie’sjlaat (Chèvremont) kropsla || kropsla, eerste || sla || snijsla I-7
slaan houwen: hōūə (Chèvremont), slaan: šló:a (Chèvremont) slaan [DC 02 (1932)] III-1-2
slabbetje, spuugdoekje zeverlapje: zeeverlepsje (Chèvremont) slabje, morsdoekje voor kinderen [slabbertje, slabberlepke, zeiverlepke, slepke, bavet(sje) [N 25 (1964)] III-2-2
slagroom sahne (d.): za’ne (Chèvremont) slagroom III-2-3
slang slang: sjlang (Ch?vremont) slang III-4-2