e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Ch?vremont

Overzicht

Gevonden: 2160
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kolenvoorraad kolenopslag: koǝlǝopšlāx (Chevremont  [(Julia)]   [Maurits]) Voorraad kolen die een mijn opslaat wanneer de produktie hoger is dan de verkoop. [N 95, 33; Vwo 749] II-5
kom komp: komp (Chèvremont) kom III-2-1
komkommer gurk: jórk (Chèvremont) komkommer I-7
konijn hoens: hoens (Chèvremont), konijn: knien (Chèvremont) konijn III-2-1
koof kuif: Haarknot.  koef (Chèvremont) koof, kovel, keuvel, in de betekenis van hoofddeksel; betekenis/uitspraak [N 25 (1964)] III-1-3
kooiafdeling, kooivak korfafdeling: kø̜rfafdēleŋ (Chevremont  [(Julia)]   [Maurits]) Het gedeelte van de schacht waar het transport met behulp van liftkooien plaatsvindt. [N 95, 86; monogr.] II-5
kooiafsluiting barrièrestang: barǝjēǝrštaŋ (Chevremont  [(Julia)]   [Emma]) Algemene benaming voor de afsluiting van een liftkooi. Volgens de invuller uit Q 15 bezaten de hoofdschachten hekken die via een luchtdruksysteem de schacht afsloten. Een liftkooi was steeds voorzien van deurtjes die alleen van buitenaf gesloten of geopend konden worden. Zie ook het lemma Liftpersoneel. De "stang" uit Q 121 was een scharnierende, ijzeren stang in de liftkooi, waarop men met de ellebogen kon leunen (Lochtman pag. 55). [N 95, 100; monogr.] II-5
kookkachel, fornuis fornuis: foͅrnø&#x0304s (Chèvremont), fərnø&#x0304s (Chèvremont) fornuis III-2-1
kookpot kasserol: kasəroͅl (Chèvremont), ketel: kɛsəl (Chèvremont), kookduppen: mv k‹xd[p\\ns  kōͅxdøpə (Chèvremont), marmiet: marmit (Chèvremont) grote kookpot || kasserol, kastrol || ketel, kookpan || kookpan III-2-1
kool, algemeen: een krop kool kappes: kap’pes (Chèvremont), loesj: loesj (Chèvremont), moes: mós (Chèvremont) kool || kool, niet gesloten I-7