e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Diepenbeek

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
goedkoopste rang in een schouwburg uil: uil (Diepenbeek) de goedkoopste rang in een schouwburg [uilekot] [N 112 (2006)] III-3-2
goedkoper beterkoop: beterkoop (Diepenbeek) goedkoper [ZND 24 (1937)] III-3-1
goedzak goedzak: ook materiaal znd 24, 22  goedzak (Diepenbeek) goedzak [ZND 01 (1922)] III-1-4
gooien gooien: goeien (Diepenbeek, ... ), guien (Diepenbeek), jujə (Diepenbeek), smijten: smēͅtən (Diepenbeek), smijten (Diepenbeek), smyten (Diepenbeek) Ge moet uw geld niet in het water gooien (smijten, werpen, ...). [ZND 44 (1946)] || gooien; inventarisatie uitdrukkingen; betekenis/uitspraak [N 26 (1964)] || niets op de grond werpen ! [ZND 24 (1937)] || smijten [ZND 25 (1937)] III-1-2
goudbrons goudbrons: gōt˱brǫns (Diepenbeek) Goudkleurig verfpoeder. [N 67, 10a; monogr.] II-9
gouden twintig frank goudstuk: ps. omgespeld volgens Frings.  gōtstøk (Diepenbeek), napoleon: ps. omgespeld volgens Frings.  enə napōleoͅn (Diepenbeek), napōlēoͅn (Diepenbeek) Betekenis en uitspraak van: napoleon? Uitspraak en betekenis. [N 21 (1963)] || gouden munt van 20 franc [N 21 (1963)] III-3-1
goudenregen (laburnum anagyroides med.) goudenregen: gêêlə réjugər (Diepenbeek), -  go.ə ’reingər (Diepenbeek) Gouden regen (cytisus laburnum). Goudgele bloemen in rijke, hangende trossen. De blaadjes zijn 3-tallig. Op de vlag (dit is het grootste kroonblad) zit een bruin honingmerk. De bloem heeft geen honing, maar wel een vlezige ring met voedsel voor insekten. [N 92 (1982)] || goudenregen [DC 60a (1985)] III-2-1
goudhaantje dennensijsje: Frings  deͅnəseͅskə (Diepenbeek), goudhaantje: goudhaantje (gew.uitspr.) (Diepenbeek), piepertje: Frings  pipərkə (Diepenbeek) goudhaantje || goudhaantje (9 zeer klein vogeltje; geel streepje op de kop; meestal in sparren; roep en zang heel hoog piepend [N 09 (1961)] III-4-1
goudoplegger goudborsteltje: gōt˱bǫsǝlkǝ (Diepenbeek) Platte, zeer dunharige kwast. De goudoplegger wordt meestal vervaardigd van eekhoornhaar waarvan één rijtje tussen twee blaadjes dun karton wordt geplakt. De kwast dient voor het opnemen en opbrengen van stukjes bladmetaal. [N 67, 41b] II-9
goudverf, mixtion goudverf: gōt˲vęrǝf (Diepenbeek) Kleurloze, waterdunne vernis die wordt gebruikt als grondlaag bij het vergulden met bladmetaal. Mixtion wordt meestal gereed voor gebruik geleverd en bestaat uit harde copal, lijnolie, standolie en terpentijnolie (Zwiers II, pag. 88). Eiwit wordt gebruikt bij het vergulden op lijmverf. [N 67, 81b] II-9