e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
piepertje boompieper:   pieperke (Hees, ... ), pīpərkə (Hasselt), vdBerg; omgesp.  pipərkə (Veldwezelt), goudhaantje:   pieperke (Eigenbilzen, ... ), pieterke (Heusden, ... ), Frings  pipərkə (Diepenbeek), regulus cristatus  pipərkə (Hamont), graspieper:   pieperke (Hees, ... ), pipərkə (Overpelt), pīpərkə (Hasselt), vdBerg; omgesp.  pipərkə (Veldwezelt), grauwe vliegenvanger:   pieperke (Altweert, ... ), pieperkə (Munstergeleen), heggenmus:   pieperke (Einighausen), jong dat pas kan vliegen:   pipərkə (Meijel), jong en kaal vogeltje:   pipərkə (Zonhoven), verzamelnaam voor boompieper, graspieper, enz.  pipərkən (Lommel), jonge duif:   pieperke (Jesseren), Algemene opmerking bij deze vragenlijst: zie ook bijlagevellen met (eventuele) aanvullingen en diverse toelichtingen.  en pieperke (Wanssum), kinderfluitje:   pieperke (Sittard, ... ), pipkerke (Meijel), Door trillingen der flexibele wand bij het blazen ontstaan hoge en lage zoemtonen.  pieperke (Sittard), klein in zijn soort:   pieperke (Melick), nestverlater:   pieperkes (Bilzen), pimpelmees:   pipperken (Lummen), staartmees:   pipərkə (Opglabbeek), winterkoninkje:   pieperke (Zonhoven), pipərkə (Zonhoven), witte kwikstaart: klein kwikstaartje  pīēperke (Hasselt) III-3-2, III-4-1, III-4-4