e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Diepenbeek

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
loten trekken: traeken (Diepenbeek), trekken (Diepenbeek) het spel waarbij de winnaar(s) door het lot word(t)(en) aangewezen [loten, loteren, lotelen, loteren] [N 112 (2006)] || Loten. [Willems (1885)] III-3-2
loteren, los zitten loteren: lotərən (Diepenbeek) los zitten, gezegd van onderdelen [loteren] [N 91 (1982)] III-4-4
luchtballon ballon: bəlong (Diepenbeek) een ballon die kan opstijgen met een mand eronder om personen te vervoeren [ballon, luchtbal, luchtbol, luchtschip] [N 90 (1982)] III-3-1
luchtbel blaasje: bløskǝ (Diepenbeek) De luchtbel in de vloeistof van de waterpas. [N 30, 12b; monogr.] II-9
luchtbel in water bobbel: bóbbel (Diepenbeek), brobbel: braobəl (Diepenbeek) bobbel || de opborrelende lucht- of gasbel in een vloeistof [wal, wel, brobbel, bobbel] [N 91 (1982)] III-4-4
luchtpijpen luchtpijpen: louchpijp (Diepenbeek) Luchtpijpen (loospijpen). [N 109 (2001)] III-1-1
lucifer spikje: speͅkskən (Diepenbeek, ... ), spikske (Diepenbeek, ... ), stekje: steͅkskə (Diepenbeek, ... ) lucifer [ZND 01 (1922)], [ZND 01 (1922)], [ZND 16 (1934)] III-2-1
lui lui: ook materiaal znd 30, 41(hij is ook zo lui)  leu (Diepenbeek), lō (Diepenbeek), zu lø̄ ast pjāt va [kreͅstəs (Diepenbeek), vuil: ook materiaal znd 30, 41(hij is ook zo lui)  vōͅəl (Diepenbeek) lui, traag [ZND 01 (1922)] III-1-4
lui (lieden) lui: rijke lui (Diepenbeek), mensen: mensə (Diepenbeek), mensən (Diepenbeek), rēͅkə meͅnnsən (Diepenbeek) mensen [RND] || Rijke lieden [ZND 30 (1939)] || volk [RND] III-3-1
luid schreien grijnen: ook materiaal znd 28, 53  grēͅnen (Diepenbeek), grijnzen: ook materiaal znd 28, 53  grensən (Diepenbeek), grinsen (Diepenbeek), huilen: ook materiaal znd 28, 53  huilen (Diepenbeek) luid schreien, krijten [ZND 01 (1922)] III-1-4