e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Diepenbeek

Overzicht

Gevonden: 5709
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
beitsen beitsen: bęjtsǝ (Diepenbeek) Hout kleuren met behulp van beits. [N 67, 66h; monogr.] II-9
bek bek: bek (Diepenbeek), muil: moul (Diepenbeek) bek [Willems (1885)] || muil [Willems (1885)] III-4-2
bekeuren aandoen: ōͅ[ə}ndūn (Diepenbeek), bij zijn kraag krijgen: bij sènne krôâg krijgen (Diepenbeek), eraan maken: trōͅ[i}nmōͅken (Diepenbeek), proces maken: e perseis moaken (Diepenbeek), straffen?: straovən (Diepenbeek) beboeten [ZND 36 (1941)] || iemand een boete opleggen [kalangeren, kallizeren, noemren, opboeten, schutten, opkalken, beboeten] [N 90 (1982)] III-3-1
bekisting coffrage: konfrāš (Diepenbeek) De van planken en platen vervaardigde houten mal waarin beton gestort wordt. Zie ook het lemma 'Bekister'. [N 30, 51a; monogr.] II-9
bekkens deksels: deͅksəls (Diepenbeek), Antwoord onderlijnd bij de suggesties.  deksels (Diepenbeek) het muziekinstrument dat bestaat uit twee koperen schijven met leren handvaten, die tegen elkaar geslagen worden [bekkens, schellen] [N 112 (2006)] || Het muziekinstrument dat bestaat uit twee koperen schijven met leren handvaten, die tegen elkaar geslagen worden [bekkens, schellen]. [N 90 (1982)] III-3-2
bekostigen? betalen: ps. omgespeld volgens Frings.  bətōͅlə (Diepenbeek) Betekenis en uitspraak van: het werkwoord bekostigen = betalen, b.v. "dat kan ik niet bekostigen? [bekostigen, beköstigen?] [N 21 (1963)] III-3-1
bel bel: bɛ̄l (Diepenbeek) De bel die de molenaar waarschuwt wanneer het kaar bijna leeg is. Deze bel klingelt telkens als de speelman tegen een blokje slaat, dat door een koord met de bel verbonden is. Onder het malen is dit blokje omhoog gespannen, zodat de speelman het niet kan raken. Het blokje is verbonden met een plankje dat in het kaar ligt en door het gewicht van het graan onder gehouden wordt. Als het graan vermindert, komt het plankje omhoog waardoor het blokje niet meer omhoog gespannen blijft maar neerkomt, zodat de speelman ertegen slaat (Groffils, pag 145 en 146). Op sommige plaatsen, zoals bij de oude molens in Q 88, Q 95 en Q 188, had men geen bel en moest de molenaar steeds goed op de graanhoeveelheid in het kaar letten (Coenen, pag. 123). [N O, 21b; Vds 155; Jan 161; Coe 145; Grof 170] II-3
belangrijk, van belang van belang: van belang (Diepenbeek) van grote betekenis [van belang, van pretansie] [N 91 (1982)] III-4-4
belasting belasting: bəlaasting (Diepenbeek) de verplichting tot het betalen van een geldelijke bijdrage in de lasten van de overheid [tijns, cijns, belasting, taks] [N 90 (1982)] III-3-1
belastingbiljet belastingbrief: bəlaastingbrief (Diepenbeek) het biljet waarop vermeld staat hoeveel belasting iemand moet betalen [lastenbrief, brandbrief, binnenboek] [N 90 (1982)] III-3-1