22429 |
tegen de bal schoppen |
schoppen:
šopn (Q071p Diepenbeek),
sjotten:
sjotten (Q071p Diepenbeek),
šŏtten (Q071p Diepenbeek),
stampen:
stampn (Q071p Diepenbeek)
|
Hoe heet iets met een voetbeweging verwijderen in het voetbalspel om de bal in een richting te jagen: de bal ... [ZND 42 (1943)]
III-3-2
|
28623 |
tegen het doek jagen |
opkleden:
opklę.ǝn (Q071p Diepenbeek)
|
Vroegere methode van zwermverhindering. Men doekt de korf op en sluit het vlieggat, alsof men wil afjagen. De bedoeling is dat de koninginnepoppen in de doppen afsterven, doordat zij op het weke achterlijf rusten en in elkaar zakken bij het kloppen. Het is geen afdoende manier om het zwermen te verhinderen. [N 63, 96b; monogr.]
II-6
|
21210 |
telefoon |
telefoon:
tilləfon (Q071p Diepenbeek)
|
het toestel om de menselijke stem over te brengen [telefoon] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
21211 |
telefooncel |
telefoonkotje:
tilləfonkotjə (Q071p Diepenbeek)
|
het kleine vertrek van waaruit men kan telefoneren [telefooncel, cel] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
21208 |
telegram |
telegram:
tilləgram (Q071p Diepenbeek)
|
een per telegraaf overgebracht bericht [telegram, draadbericht] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
32965 |
telen, verbouwen |
kweken:
kwēkǝ (Q071p Diepenbeek),
telen:
tęi̯lǝ (Q071p Diepenbeek)
|
Het voor gebruik tot ontwikkeling brengen van een gewas. Zie ook de meer specifieke lemma''s ''zaaien'' (2.1) en ''poten, planten'' in aflevering I.5. Voor twachten zie Rutten, Haspengouwsch Idioticon 239: "winnen van zaad". [N Q, 9; L 1 a-m; S 20; Wi 43; monogr.]
I-4
|
30619 |
temperen |
verf mengen:
vęrǝf męŋǝ (Q071p Diepenbeek)
|
Het vermengen van de droge verfstoffen met olie. [N 67, 26a]
II-9
|
30622 |
tempermes |
mes:
mɛs (Q071p Diepenbeek)
|
Dun, meer of minder veerkrachtig, geheel plat mes met afgerond uiteinde. Het tempermes wordt door de schilder gebruikt om kleine hoeveelheden verf te mengen en om gewreven verf van de wrijfsteen af te schrapen. Zie ook de toelichting bij het lemma 'Olieverf'. [N 67, 26f]
II-9
|
23638 |
ten offer gaan |
ten offer gaan:
ten offer goan (Q071p Diepenbeek)
|
De offergang maken, ten offer gaan. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
34318 |
tenenklauw |
tenen (mv.):
tiŋǝ (Q071p Diepenbeek)
|
Hoef van een varken. [JG 1a]
I-12
|