18934 |
treuzelen |
chipoteren (<fr.):
sjippeteër’n (Q071p Diepenbeek),
dritselen:
dritsel’n (Q071p Diepenbeek),
dromen:
dēe jong stɛt of zit te drōͅmen (Q071p Diepenbeek),
enselen:
Zie Hamont-Achel Wb. p. 33! cf. WNT III-3, kol. 4141 s.v. "entelen"(knorren, brommen, kijven) en kol. 4147 s.v. "enteren"(zagen beide van onbekende oorsprong
ensel’n (Q071p Diepenbeek),
miemelen:
te memelen (Q071p Diepenbeek),
tammelen:
heej ziet daui te tammelen (Q071p Diepenbeek),
hei zit dao te tammelen (Q071p Diepenbeek),
tammel’n (Q071p Diepenbeek),
tettelen:
deje jongen kan tettelen (Q071p Diepenbeek),
diēə joŋ kan tätələn (Q071p Diepenbeek),
te tettelen (Q071p Diepenbeek),
tettel’n (Q071p Diepenbeek),
tēͅtlən (Q071p Diepenbeek)
|
Die jongen kan treuzelen (hij doet alles langzaam en verdroomt zijn tijd; geef de gemeenzame dialectwoorden en uitdrukkingen aan om dit uit te drukken). [ZND 37 (1941)] || talmen || treuzelen || wat zegt ge van iem. die zeer langzaam werkt ? Hij zit daar te ... (sammelen, teuten, nisselen, enz.) [ZND 42 (1943)]
III-1-4
|
28808 |
tricot |
tricot:
tricot (Q071p Diepenbeek)
|
Machinaal gebreide stof voor kousen, onderbroeken, borstrokken, lijfjes enz. gebruikt (Van Dale, pag. 2986). [N 62, 88; N 62, 75c; MW]
II-7
|
23672 |
triduüm |
tridum (<lat.):
triduüm (Q071p Diepenbeek)
|
Een driedaagse godsvruchtoefening, triduüm . [N 96B (1989)]
III-3-3
|
25051 |
troebel, vuil (water) |
gemoerd:
gəmuurd (Q071p Diepenbeek)
|
onzuiver, drabbig van vloeistoffen gezegd [vuil, troebel, smerig, gemuurd, murig] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
22393 |
troef |
troef:
troef (Q071p Diepenbeek, ...
Q071p Diepenbeek,
Q071p Diepenbeek,
Q071p Diepenbeek)
|
Troef. [Willems (1885)] || Troef: Harten is troef (kaartspel). [ZND 42 (1943)]
III-3-2
|
21385 |
troep |
troep:
tröp (Q071p Diepenbeek)
|
een aantal manschappen die een deel van een leger vormen [klocht, troep] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
34300 |
troep biggen in het algemeen |
nest:
nęi̯s (Q071p Diepenbeek)
|
In dit lemma wordt het begrip biggen of wat daarvoor in de plaats kan komen achter nest, toom enzovoorts niet gedocumenteerd. [N 19, 17; N 76, add.]
I-12
|
34464 |
troep kippen |
kudde:
kø̜t (Q071p Diepenbeek)
|
Varianten van kippen, hennen, hoenders enz. zijn niet gedocumenteerd. Zie hiervoor het lemma ''kippen'' (5.2.1). Alleen de benamingen voor troep zijn in dit lemma opgenomen. [N 19, 63; A 4, 18; L 4, 18; L 20, 18; S 37; monogr.]
I-12
|
22394 |
troeven |
houwen:
ho-en (Q071p Diepenbeek),
kappen:
kappe (Q071p Diepenbeek),
troeven:
troeve (Q071p Diepenbeek)
|
Kaarttermen: Troeven. || met een troefkaart andere kaarten nemen of slaan [troeven, snijden] [N 112 (2006)]
III-3-2
|
22963 |
troeven add. |
overnel troeven:
euvernel troeve (Q071p Diepenbeek)
|
Kaarttermen: Om beurten troeven.
III-3-2
|