e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Diepenbeek

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
tuten fluiten: flø̄tǝ (Diepenbeek), tuten: tyten (Diepenbeek) Het geluid dat de koningin maakt die haar cel reeds verlaten heeft. Op het doffe kwaken van de ongeboren koninginnen antwoordt de pas uitgelopen koningin met een hoog tutend geluid. Dit is het teken dat zij er is. Zij zal proberen zo spoedig mogelijk de nog in de cellen opgesloten koninginnelarven te doden. Dit wordt echter verhinderd door de werkbijen. Het tuten is voor de imker een zeker teken dat er de volgende dag of op zijn laatst nog een dag later een nazwerm zal afkomen. [N 63, 33a; N 63, 32a; N 63, 33b; Ge 37, 42] II-6
tuter tuter: (mv)  tytǝrs (Diepenbeek) Koningin die pas de moercel verlaten heeft en tutend antwoordt op het gekwaak van de koninginnelarven die nog in de dichte moercel zitten. [N 63, 33b; N 63, 32a] II-6
twee centiem cent: ps. omgespeld volgens Frings.  seͅnt (Diepenbeek, ... ) koperen munt van 2 centiem [N 21 (1963)] III-3-1
twee frank dobbele tweefrank: ps. omgespeld volgens Frings.  doͅbələ twifraŋ (Diepenbeek), dobbele, een ~: ps. omgespeld volgens Frings.  doͅbələ (Diepenbeek) 2 franc, een ~ (van zilver) [N 21 (1963)] III-3-1
tweede klaveroogst tweede schaar: twīǝdǝ šūr (Diepenbeek) In verband met de benamingen voor nagras is de informanten ook gevraagd of ze een specifiek woord kenden voor de tweede klaveroogst; hier zijn alleen de opgaven opgenomen die afweken van die voor ''nagras''. [N 14, 128c] I-3
tweede klaversnede achtermaad: axtǝrmǭt (Diepenbeek) Zoals het nagras meestal van betere kwaliteit is dan de eerste snede, zo is ook de tweede snede klaver een gezochte soort groenvoer. Vergelijk aflevering I.3, paragraaf 6: Nagras. Zie het lemma Klaver, Algemeen voor de fonetische documentatie van de woord(delen) klaver(-) en klee(-). [JG 1c, 2c; monogr.] I-5
tweede luiden voor de mis tampen: het tampt (Diepenbeek, ... ), ⁄t tamt (Diepenbeek), ⁄tampt (Diepenbeek) Veelal wordt de kerkklok tweemaal gehoord voor men naar de mis gaat; hoe zegt men wanneer men ze voor de tweede maal hoort? [ZND 36 (1941)] III-3-3
tweede pas tweede pas: twidǝ pās (Diepenbeek) [N 59, 76b] II-7
tweede verkoping afslag: ps. omgespeld volgens Frings.  ōͅfslōͅx (Diepenbeek), toeslag: ps. omgespeld volgens Grootaers!  tōͅi̯wslōͅgə (Diepenbeek) de tweede verkoping i.v.m. een openbare verkoping van onroerende goederen, waarbij wordt afgemijnd [de toeslag?] [N 21 (1963)] III-3-1
tweeling kweeling: kjalling (Diepenbeek) tweeling III-2-2