33756 |
veulen |
veulen:
vø̄.lǝ (Q071p Diepenbeek)
|
Jong paard, gewoonlijk tot de leeftijd van twee en een half jaar. [JG 1a, 1b; A 4, 2d; L 20, 2d; L A1, 262; N 8, 1; Gwn 5, 10; RND 107; S 40; Wi 4; monogr.]
I-9
|
22832 |
vieren |
vieren:
gəvi:rt (Q071p Diepenbeek),
vieren (Q071p Diepenbeek)
|
gevierd [RND] || Vieren. [Willems (1885)]
III-3-2
|
32765 |
vierhoekige eg |
vierkantige [eg]:
vī.rka.ntegǝ [eg] (Q071p Diepenbeek)
|
De oude houten, later ook ijzeren eg die een vierhoekig geraamte had; zie afb. 53 en 54. Deze eg was niet altijd vierkant of rechthoekig: soms waren de hoofdbalkjes lichtelijk gebogen of vormden de balken een ruitvormig raam. Waar de vierhoekige eg blijkens de opgaven als onkruideg en/of als zaadeg in gebruik was, is vermeld in de betrokken lemmata. Zie verder het lemma ''eg''. [JG 1a; JG 1b add.; N 11, 71 + 72 + 75 add.; N J 10; A 13, 16b; div.; monogr.]
I-2
|
26487 |
viertakrijn |
kruis:
krø̜s (Q071p Diepenbeek),
viertak:
viǝrtak (Q071p Diepenbeek)
|
Rijn met vier rijntakken. [N O, 15d; A 42A, 21; Vds 132; Coe 101; N O, 15b; N O, 15c]
II-3
|
20574 |
vieruursboterham |
caf-drinken, het -:
kāfie drei̯nken (Q071p Diepenbeek),
caf-tijd:
kafietèèd (Q071p Diepenbeek),
koffie, de -:
koffie (Q071p Diepenbeek)
|
namen en uren van de dagelijkse maaltijden: 16 uur [ZND 18G (1935)] || vieruurtje
III-2-3
|
23762 |
vigilie |
heiligeavond:
heiligenoovend (Q071p Diepenbeek)
|
De avond vóór een kerkelijke feestdag [vigilie, heiligavond]. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
21537 |
vijf centiem |
knabje:
kneͅpken (Q071p Diepenbeek),
ə knäpkən (Q071p Diepenbeek),
ps. omgespeld volgens Frings.
kneͅpkə (Q071p Diepenbeek)
|
5 centiem [N 21 (1963)] || Bestaat er een dialectnaam voor een stuk van 5 centimes? [ZND 28 (1938)]
III-3-1
|
21542 |
vijf frank |
belga:
ps. omgespeld volgens Frings.
beͅlga (Q071p Diepenbeek),
stuk:
ps. omgespeld volgens Frings.
støk (Q071p Diepenbeek, ...
Q071p Diepenbeek,
Q071p Diepenbeek,
Q071p Diepenbeek)
|
5 franc, een ~ (van zilver) [N 21 (1963)] || 5 franc, een ~ (wit metaal) [N 21 (1963)]
III-3-1
|
23739 |
vijf wonden van christus |
vijf wonden:
de veif wonden (Q071p Diepenbeek)
|
De vijf wonden, de kruiswonden van Christus [de vunnef wónde?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
21538 |
vijfentwintig centiem |
kwartje:
kwartšə (Q071p Diepenbeek),
ə kwārtšən (Q071p Diepenbeek)
|
Bestaat er een dialectnaam voor een stuk van 25 centimes? [ZND 28 (1938)]
III-3-1
|