21683 |
wbd: in trek |
goed gaan:
ps. omgespeld volgens Frings.
gut goi̯n (Q071p Diepenbeek),
zə gøͅn gut (Q071p Diepenbeek)
|
Goed in de markt liggend, een goede prijs opbrengend [willig, b.v. de eieren zijn willig deze maand?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
21662 |
wbd: katten |
halcoti (wa.):
ps. omgespeld volgens Frings.
halkəti (Q071p Diepenbeek)
|
katten: Wat zegt men wanneer de koper de verkoper met zijn waar laat zitten, niet afhaalt wat hij gekocht heeft [katten? hij heeft gekat?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
21680 |
wbd: kwaadgeld |
<wieveel doe je daar van af>:
ps. omgespeld volgens Frings.
wēͅəvøi̯l dy(3)̄ə dōə van ōͅf (Q071p Diepenbeek)
|
kwaadgeld: Als men vindt dat iemand teveel vraagt, zegt men: "hoeveel ...... is daarbij"[kwaad-geld?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
21679 |
wbd: kwaadgeld = kwaadgeld |
kwaad geld:
ps. omgespeld volgens Frings.
kuətxeͅjlt (Q071p Diepenbeek)
|
kwaadgeld: Als men vindt dat iemand teveel vraagt, zegt men: "hoeveel ...... is daarbij"[kwaad-geld?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
21676 |
wbd: staartgeld / minder vragen |
minder doen:
ps. omgespeld volgens Frings.
meͅnər gədøn (Q071p Diepenbeek)
|
verschil: Vraagt men aanvankelijk teveel geld voor wat men wil verkopen, dan moet men tenslotte vaak genoegen nemen met minder dan men eerst kon krijgen; hoe noemt men in zulk geval het verschil tussen wat men eerst kon krijgen en wat men tenslotte werkel [N 21 (1963)]
III-3-1
|
21677 |
wbd: staartgeld / verschil |
schade:
ps. omgespeld volgens Frings.
šōͅə (Q071p Diepenbeek)
|
verschil: Vraagt men aanvankelijk teveel geld voor wat men wil verkopen, dan moet men tenslotte vaak genoegen nemen met minder dan men eerst kon krijgen; hoe noemt men in zulk geval het verschil tussen wat men eerst kon krijgen en wat men tenslotte werkel [N 21 (1963)]
III-3-1
|
21663 |
wbd: verkopen voor |
kunnen hebben voor:
ps. omgespeld volgens Frings.
vər zuvøi̯l kōjə də gēət həbə (Q071p Diepenbeek),
laten:
ps. omgespeld volgens Frings.
zə løtə (Q071p Diepenbeek),
verkopen:
ps. omgespeld volgens Frings.
vərkōpə (Q071p Diepenbeek)
|
verlaten, Zegt men bij u: ik wil die geit voor zoveel geld wel ~ = voor die prijs wil ik ze wel verkopen [soelieje?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
22860 |
weddenschap |
weddenschap:
widənsjup (Q071p Diepenbeek),
weddingschap:
êïn waeddingshop (Q071p Diepenbeek)
|
weddenschap [RND] || Wedding. [Willems (1885)]
III-3-2
|
20435 |
weduwe |
weef:
wèif (Q071p Diepenbeek)
|
weduwe
III-2-2
|
20451 |
weduwnaar |
wevenaar:
weveneër (Q071p Diepenbeek)
|
weduwnaar
III-2-2
|