e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Diepenbeek

Overzicht

Gevonden: 5709
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
borg blijven borg blijven: bøͅrg blēͅve voͅr īmand (Diepenbeek), bərg blèvən vər īemand (Diepenbeek), doffe u  burg blijven (Diepenbeek) Borg blijven voor iemand. [ZND 22 (1936)] III-3-1
borrel borrel: verzamelfiche, ook mat. van ZND 1a-m  borrel (Diepenbeek), boͅrəl (Diepenbeek), dikkop: verzamelfiche, ook mat. van ZND 1a-m  dikkop (Diepenbeek), drupje: dröpke (Diepenbeek), kleine, een -: verzamelfiche, ook mat. van ZND 1a-m  ’n klēnen (Diepenbeek) borrel || druppel (drinken), een borrel pakken [ZND 23 (1937)] III-2-3
borrelen (van water) broddelen: broddələn (Diepenbeek) door opstijgende damp- of gasbellen in beweging zijn, gezegd van vloeistoffen [bobbelen, borrelen, portelen, drijven] [N 91 (1982)] III-4-4
borrelglaasje drupje: drøpkə (Diepenbeek) jeneverglaasje met een voetje (borrel) [N 20 (zj)] III-2-1
borst borst: bǫs (Diepenbeek) Zie afbeelding 2.19. [JG, 1b; N 8, 32.2] I-9
borstel voor paardenhoeven blinkborstel: bleŋk˱bǫsal (Diepenbeek) Borstel voor het insmeren van de paardenhoeven met hoefsmeer, afgewerkte of verbrande olie, etc. Zie ook het volgende lemma. [N 33, 216] II-11
borstelig haar borstel: bossel (Diepenbeek) Borstelig haar (stekelhaar, pinhaar). [N 109 (2001)] III-1-1
borsten tetten: tette (Diepenbeek), tetten (Diepenbeek) borsten van de vrouw [mamme, memme, tette, tiete] [N 10c (1995)] III-1-1
borstkas borst: ich heͅb enne kā op e bost (Diepenbeek) Ik heb een kou op de borst. [ZND 22 (1936)] III-1-1
borstnet borstnet: bǫsnęt (Diepenbeek) Vliegennet dat alleen voor de borst van het paard wordt gehangen. [JG 1a, 1b; N 13, 83b] I-10