e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Diepenbeek

Overzicht

Gevonden: 5709
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
carbollap carbollap: carbollap (Diepenbeek) Flanellen lap die vochtig is gemaakt in een oplossing van carbol en water. Het is een goed middel om de bijen te kalmeren, het nadeel van de lap is de stank. [N 63, 73d] II-6
carnaval carnaval: Syn. vesloved.  karneval (Diepenbeek) Carnaval. III-3-2
carnavalsoptocht carnavalstoet: Antwoord onderlijnd bij de suggesties.  carnavalstoet (Diepenbeek) de optocht met carnaval [cavalcade] [N 112 (2006)] III-3-2
castagnetten kleppers: kleppers (Diepenbeek) De twee bolletjes van hout of ivoor die men aan de vingers bindt en tegen elkaar slaat [klepperkens, klepper, castagnetten]. [N 90 (1982)] III-3-2
castreren boeten: bytǝ (Diepenbeek), bøtǝ (Diepenbeek), pitsen: petsǝ (Diepenbeek), snijden: snē̜.ǝ (Diepenbeek), snęǝ (Diepenbeek) Een mannelijk paard onvruchtbaar maken door de teelballen weg te snijden; men spreekt dan van een ruin. Vgl. het lemma ''ruin'' (2.1.3). [JG 1a, 1b; N 8, 60] || Het varken onvruchtbaar maken. Mannelijke varkens castreert men door ze de teelballen weg te nemen. [N 76, 44; JG 1a, 1b; monogr.] || In dit lemma worden twee manieren van castreren onderscheiden: A. onvruchtbaar maken door de teelballen weg te nemen, weg te snijden of te kwetsen, en B. onvruchtbaar maken door de teelballen af te binden of af te knijpen.. [N 3A, 19; JG 1a, 1b; A 3, 37; A 4, 12; L 4, 37; L 20, 12; Wi 16; monogr.] I-11, I-12, I-9
ceintuur band: baand (Diepenbeek), ceintuur: ceintuur (Diepenbeek) Hoe noemt U: een ceintuur (band, sjerp?) [N 62 (1973)] III-1-3
cement cement: sǝmɛnt (Diepenbeek) Een snel verstenend bindmiddel, doorgaans in poedervorm, dat ontstaat door vermenging van kalk- en leemhoudende stoffen die onder hoge temperatuur versinterd zijn. Het bezit de eigenschap door toevoeging van water zowel onder water als aan de lucht te verharden. [N 30, 35a; N 30, 35b; monogr.] II-9
cent cent: ps. omgespeld volgens Frings.  seͅnt (Diepenbeek) cent, een ~ [ook oudere woorden als sans?] [N 21 (1963)] III-3-1
centerpons dopper: dǫpǝr (Diepenbeek) Stalen stift met kegelvormige punt die dient om een uitholling in plaatmateriaal aan te brengen. De centerpons wordt vooral gebruikt om het middelpunt van een te boren gat aan te tekenen. Zie ook afb. 52. [N 33, 262; monogr.] II-11
centiare, maat van 1 m2 centiare: centiaar (Diepenbeek) de maat die een oppervlakte aangeeft van 1 vierkante meter [centiare, centiaar] [N 91 (1982)] III-4-4