e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Dieteren

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
stoomboot stoomboot: stoumboit (Dieteren) stoomboot [SGV (1914)] III-3-1
stop voor fles of kruik stop: stop (Dieteren) stop [SGV (1914)] III-2-1
stoten stoten: stoite (Dieteren) stoten, stuiken [SGV (1914)] III-1-2
stoven stoven: stoove (Dieteren) stoven (ww.) [SGV (1914)] III-2-3
straat straat: straot (Dieteren) straat [DC 02 (1932)] III-3-1
straf geven straf geven: stroaf gêve (Dieteren), straffen: stroove (Dieteren) straf geven [SGV (1914)] || straffen [SGV (1914)] III-2-2
stremsel stremsel: strømsǝl (Dieteren) Het zuur dat bij de melk wordt gevoegd om het te laten stollen. [A 7, 26; N 3E (II] I-11
streng streen: strēn (Dieteren) Een streng garen, een gewonden en veelal ineengedraaide bundel waarin garen in de handel komt. De woordtypen lood, half lood, loodje en onsje duiden op een bepaalde hoeveelheid gewicht garen. [N 62, 56c; L 7, 58; L 28, 14; Gi 1.IV, 25; MW; S 36; monogr.] II-7
streng (bn.) strang: strang (Dieteren) streng (bijv. nw.) [SGV (1914)] III-1-4
streng garen [cf. wld ii.7: 24-25] streen: streen (Dieteren) streng (garen) [SGV (1914)] III-1-3