e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Dilsen

Overzicht

Gevonden: 2332
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
emmer emmer: ø.mər (Dilsen, ... ) emmer [ZND 08 (1925)], [ZND 24 (1937)] III-2-1
enkel enkel: iŋkəl (Dilsen) enkel (subst) [ZND m] III-1-1
ent, stek gruffel: gruffel (Dilsen) Hoe noemt u: een knopdragend deel wanneer dit bestaat uit een stengel met meer dan één knop (ent, griffel, enthout, griffelhout?) [N 74 (1975)] I-7
enten gruffelen: gruffele (Dilsen), grøfələ (Dilsen) [RND 08]Hoe noemt u: de methode van vermeerdering waarbij men twee plantendelen, te weten één wortel- en één knopdragend deel, laat samen vergroeien tot één plant waarbij deze twee delen vaak van soort of variëteit verschillen (veredelen, enten, griffelen?) [N 74 (1975)] I-7
envelop envelop (<fr.): amvəlop (Dilsen) een omslag (van een brief) [ZND 39 (1942)] III-3-1
epidemie ziekte die besmettelijk is: die zeekde is besmêttelijk (Dilsen) die ziekte is besmettelijk [ZND 32 (1939)] III-1-2
ericaborstel borstel: byǝstǝl (Dilsen) Bepaald soort borstel met beweeglijke stalen pennen die de heidehoning in de raat moet losmaken, voordat hij geslingerd wordt. Sommige honingsoorten, met name de heidehoning, laten zich niet gemakkelijk slingeren door hun eigenschap van vast worden. Deze honing moet dan eerst door een borstel of iets dergelijks losgemaakt worden. Voor het gebruik moet men de borstel opwarmen. [N 63, 125a; monogr.] II-6
erwt, algemeen erwt: ert (Dilsen), ɛrt (Dilsen) Hoe noemt u de volgende peulgewassen: erwt (pisum sativum - fam. papilionaceae) [N 71 (1975)] || Pisum L. Hier de algemene benaming voor de erwt (enkelvoud), voorafgaand aan de benaming voor de akkererwt (lemma Kapucijner, Velderwt) en aan de andere erwtensoorten (tuinerwt, doperwt, peulerwt, enz.) die in de moestuin worden gekweekt en die derhalve in de aflevering over de moestuin ter sprake zullen komen. [N 27, 2b; JG 1a, 1b; L A1, 121; L 34, 94; Wi 8; monogr.; add. uit N P, 24] I-5, I-7
es es: eͅs (Dilsen) es (boom) [ZND m] III-4-3
eten (ww.) eten: îêtə (Dilsen) eten [RND] III-2-3